VERSCHILLENDE ONDER WERPEN
34
PETRUS JOHANNES MAUREAU. f
Uitzetting, verzekering van den meetkundigen grondslag. B a s t i a n
Der Uebergangsbogen, Form und Absteckung. Z 1941/18. Thie: Parallel-
absteckung wechselnder Wegebreiten. A 1941/19. Ganz: Ueber die Erhal-
tung und Nachführung der Vermessungsfixpunkte. S 1941/10, 11.
Hoogtemeting S o y k a Der Einfluss schwankender Grundwasserstande auf
die Höhenlage der Festpunkte und Bauwerke. Z 1941/18.
Kartografie. Münchbach: Die Genauigkeit bei der Herstellung derDeut-
schen Grundkarte 1:5000. Z 1941/20. Schepers: De werkzaamheden
van den Topografischen Dienst in Ned.-Indië in het tijdvak 1930 t/m 1938.
Tijdschrift v. h. Ned. Aardr. Gen. 1941/5. Unger: Deutsche Gnundkarte
1:5000 und Katasterplankarte, eine Reichsaufgabe. Z 1941/21. Korzer: Der
Beitrag Oesterreichs zur Balkankartographie. N 1941/6. Bongaerts:
Mechanische reproductie. O 1941/6. Klingsporn: Tagesfragen in der
Topographie. A 1941/24.
Fotogrammetrie. Roos: Neue Definitionen für einige Grundbegriffe der
Bildmessung. BL 1941/3. Gotthardt Zur Frage der Projektionszentren
in der Bildmessung. BL 1941/3. Schober: Aufgaben der Bildmessung. BL
1941/3. Kitsch Das Verfahren und die Genauigkeit der rechnerisch durch-
geführten Bildtriangulation. BL 1941/3. Von Gruber: Karl Reinhard
Hugershoff. Ph 1941/1. Schermerhorn: Einleitung zur Fehlertheorie
der raumlichen Aerotriangulation. Ph. 1940/4, 1941/1. Solaini: Der Foto-
multiplo Nistri. Ph 1941/1. Krebs: The application of aerial geology and
aero-photogrammetry in petroleum exploration. Ph 1941/2. Schmiedes-
kamp: Katastervermessung und Luftbildmessung. A 1941/23, 24. Karl-
son: Oskar Messters Arbeiten zum Luftbildwesen. BL 1941/4. Kitsch:
Trigonometrisch-photogrammetrische Höhenzüge. BL 1941/5. Roel of s:
Fehlertheorie der Aerotriangulation. Ph 1941/3.
29 Januari 1942. HARKINK.
Landmeter en gravity-observer der Caribbean Petroleum Company.
P. J. Maureau werd 25 September 1911 te Maarsseveen geboren en deed
20 Juni 1929 eindexamen Gymnasium B te Utrecht.
Na vergelijkend examen werd hij aangewezen om na zijn studie aan de Land-
bouwhoogeschool te worden uitgezonden naar Nederlandsch Oost-Indië. Hij
behaalde het diploma Landmeter op 1 Februari 1933. Inmiddels waren door de
regeering in verband met de toenmalige tijdsomstandigheden de loopende con
tracten verbroken, zoodat Maureau, evenals vele anderen, niet naar Indië kon
vertrekken.
Hij werd toen volontair bij het Kadaster en was als zoodanig werkzaam bij de
bureaux van den Landmeetkundigen Dienst te Utrecht en 's-Hertogenbosch, in
welke laatste functie hij veel heeft gemeten bij de Maaswerken te Alem. In
dezen tijd stelde hij zich tevens beschikbaar voor particuliere metingen en liet
zich te Utrecht inschrijven in de faculteit der rechten. Ook het vereenigingsleven
had zijn belangstelling. Op 3 Februari 1934 werd hij benoemd tot secretaris van
de toen nog slechts voor kort opgerichte Vereeniging van Civiel-landmeters.
De plannen tot verdere studie en zijn werkzaamheden als bestuurslid werden
afgebroken, toen Maureau na vergelijkend examen op 21 September 1934 door
de Bataafsche Petroleum Maatschappij naar Zuid-Amerika werd uitgezonden.
Zijn eerste standplaats was Salta in Argentinië, waar hij drie jaar bleef. Daar
na werd hij benoemd tot chief gravity-observer.
Gedurende zijn daaropvolgend Europeesch verlof werd hem verzocht te Han-
