L A ND MEE TKUN DE.
Azimuthsbepaling op de Poolster.
N. D. Haasbroek, Landmeter van het Kadaster, Amsterdam
Door den heer Roelofs is op blz. 3 e.v. een methode ontwikkeld
om, zonder gebruikmaking van astronomische jaarboeken, op elk
willekeurig moment in de jarenreeks 19401960 het azimuth van
de poolster te bepalen in ieder punt, dat door de R.D. coördinaten
X en Y is gegeven.
De methode komt er op neer, dat eerst met behulp van de tabel
len I t/m IV het in Greenwich middelbaren zonnetijd (u) uitge
drukte waarnemingsmoment wordt omgerekend in Greenwich mid
delbaren sterretijd. Vervolgens wordt uit de gegeven coördinaten
X en V het tijdverschil bepaald tusschen Greenwich en de plaats
van waarneming (zie hiervoor mijn artikel in dit tijdschrift, jaar
gang 1939, blz. 164). De Greenwich middelbare sterretijd moet met
dit tijdverschil worden vermeerderd om tot den plaatselijken sterre
tijd t te geraken. Met behulp van de tabellen V t'm VIII bepaalt
Roelofs vervolgens het azimuth van Polaris in het punt waar de
meridiaan van de plaats van waarneming den parallelcirkel door
Amersfoort snijdt. Aan dit azimuth wordt met een nomogram (fig.
7) een correctie aangebracht, welke, behalve van de Y, tevens af
hankelijk is van het azimuth en van den plaatselijken sterretijd.
Na lezing van zijn uitstekend opstel vroeg ik mij af, of het niet
mogelijk zou zijn, gebruik makende van zijn tabellen, de methode
iets te wijzigen en op het oogenblik van de waarneming het azi
muth van Polaris te bepalen in het nulpunt van het assenstelsel der
R.D. Mijn nomogram voor de bepaling van het sterretijdverschil
tusschen Greenwich en de plaats van waarneming zou dan kunnen
vervallen, terwijl de waarden ri in tabel I van Roelofs vermeerderd
zouden kunnen worden met 21 m33,0s (het in tijd uitgedrukte lengte
verschil tusschen Greenwich en Amersfoort), waardoor de Amers-
foortsche middelbare sterretijd op zeer eenvoudige wijze wordt be
paald. In de plaats van het vervallen nomogram zouden correctie-
nomogrammen moeten worden ontworpen in verband met de abs-
cis van de plaats van waarneming. Opgemerkt moet worden, dat
de azimuthcorrectie in verband met de Y van de plaats van waar
neming blijkens het nomogram van Roelofs tevens afhankelijk is
van den plaatselijken sterretijd, dus van de X van het punt van
waarneming. Deze afhankelijkheid van de X is echter zoo gering,
dat het er voor de bepaling van de azimuthcorrectie niet toe doet
of men den Amersfoortschen sterretijd gebruikt of den plaatse-