47
den ontleend aan het reeds eerder genoemde werk van P. Tardi:
Traité de Géodésie. De koppeling aan het nomogram voor de be
paling van de azimuthcorrectie uit de formule d A p X X' rech
tergedeelte) is dezelfde als die bij het nomogram in figuur 9.
IH
Voor kleinere waarden van r dan de afgebeelde wordt de be
paling van p onnauwkeuriger daar de veranderingen tengevolge van
nutatie en aberratie in de rechte klimming de waarde van cotg t te
sterk beïnvloeden.
Teneinde een inzicht te verkrijgen in de nauwkeurigheid van de
door mij gebezigde methode, welke slechts een variatie is op het
werk van Roelofs, bepaalde ik, thans uit het azimuth in Amersfoort,
de azimuths van Polaris in de punten door Roelofs in zijn tabel op
blz. 20 opgenomen. De door mij verkregen resultaten zijn met de
verschillen t.o.v. de juiste waarden in bovenstaande tabel vermeld.
Het grootste verschil bedraagt 11 dmgr, het gemiddelde verschil
4,5 dmgr.
Om het gebruik van de verschillende tabellen en nomogrammen
te demonstreeren, zijn tenslotte twee voorbeelden van een azimuths-
bepaling van Polaris hieronder opgenomen.
Punt
Datum 1940
u (G.M.T.)
A'
B (methode
Haasbroek)
Groningen
gr
gr
dmgr
5-1
12U13m 13S
1,8818
1,8823
5
Leeuwarden
30-3
20 16 46
- 1,7301
- 1,7298
3
Eierland
5-11
17 25 25
1,8317
1,8313
4
Beilen
18-6
2 02 08
T 1,8744
1,8741
3
Enkhuizen
25-7
14 08 34
- 1,3141
- 1,3143
2
Lemelerberg
7-2
23 57 17
- 1,6335
- 1,6345
10
Brederode
25-12
5 15 13
- 0,8782
- 0,8792
10
Amersfoort
23-5
19 37 23
- 0,7559
- 0,7560
1
Rotterdam
5-7
13 33 28
- 1,7682
- 1,7683
1
Flierenberg
28-1
4 08 40
- 0,3519
- 0,3516
3
Oirschot
10-10
22 13 15
0,8767
0,8771
4
Aardenburg
15-4
6 38 27
1,7873
1,7884
11
Ubagsberg
27-9
3 42 21
- 1,2012
- 1,2018
6
Zutphen
3-3
15 23 57
- 0,4183
- 0,4182
1
Oudgastel
8-8
8 53 50
- 1,7191
1,7190
1
Utrecht
1-5
18 47 19
- 1,5659
- 1,5656
3
Aardenburg
1-2
17 08 00
- 0,1762
- 0,1753
9
Gemiddeld
4,5