49
Belangrijke veranderingen ondergingen de hoofdstukken over de afbeelding
van de ellipsoïde. De theorie hiervan is thans op algemeene mathematische
grondslagen opgebouwd. Men vindt behandeld, zeer volledig, de theorie van de
projectie volgens Gauss—Krüger, inbegrepen de afleiding van transformatiefor
mules tusschen twee dezer systemen. Dan volgt de toepassing van de theorie
op een conforme projectie met as Oost—West en op de conforme kegelprojec
tie. Tenslotte wordt in het kort de stereografische projectie volgens Roussilhe
van de ellipsoïde gegeven. Een belangrijk hoofdstuk is vervolgens de afbeeldinq
van de ellipsoïde op den bol.
In het achtste hoofdstuk is voor alles rekening gehouden met de vele nieuwe
methoden op het gebied van de meting der zwaartekracht. Zoo zijn nieuwe
slingerapparaten voor relatieve zwaartekrachtsmeting besproken en zijn vermeld
de slingerwaamemingen in de duikboot, benevens de theorie van den slinger van
Holwech Lejay. Uitbreiding is gegeven aan de reductie van zwaartekrachts
metingen, speciaal voor wat betreft de isostasie.
Voor de vereffening van astronomisch-geodetische netten is aangetoond hoe
deze in strengen vorm moet geschieden. Ook werd de beteekenis van de verge
lijking van Laplace voor een triangulatie meer naar voren gehaald.
Het laatste hoofdstuk werd aangevuld met de nieuwe resultaten omtrent de
poolbeweging.
De inhoud van het boek maakt eert voortreffelijken indruk. Op de groote
bruikbaarheid van dit standaardwerk behoeft hier niet speciaal te worden ge
wezen. Thans is het weer up to date en de diensten, die het kan bewijzen, zijn
daardoor weer toegenomen.
Het karakter van het boek is er op gericht den practischen gebruiker van
dienst te zijn. Soms gaat dit ten koste van de verdieping van het inzicht. Ook
bij het doorlezen van dit deel viel mij hetzelfde gemis op, dat ik constateerde
bi] de behandeling van den eersten „Halbband" van dit werk, nl. dat er een
met wat breedere beschouwing over de conforme projectie werd gegeven. Wel
is waar valt er in dit opzicht een verbetering te constateeren bij deze laatste
herziening, maar alles is nog te veel opportunistisch. Eens te meer word ik ver
sterkt in mijn overtuiging, dat slechts alleen dan een goed inzicht kan worden
verkregen in de vraagstukken van de hoogere geodesie, indien men deze in de
klassieke differentiaalmeetkunde fundeert. Dit geldt niet alleen voor de kaart
projecties, maar evenzeer voor problemen als de overbrenging van de qeoqra-
fische coördinaten door richting en afstand. In dit boek wordt bij den lezer de
kennis van de differentiaalmeetkunde niet ondersteld. Het gevolg is, dat de be
grippen uit dit studievak zoo goed zoo kwaad moeten worden aangebracht het
geen tot weinig bevredigende resultaten voert. Ik kan mij tenminste niet voor
stellen, dat iemand uit dit boek goed kan leeren wat precies de geodetische lijn
voor een kromme is.
Wil men, om het boek niet te uitgebreid te maken, de hoofdzaken uit de
differentiaalmeetkunde niet opnemen, dan kan men den lezer verwijzen naar een
der vele goede werken op dit gebied. Alleen dan is het mogelijk tot een juiste
begripsvorming bij den lezer te geraken. Tevens zou het wetenschappelijke peil
van dit deel van het werk er aanmerkelijk door worden verhoogd
Het gedeelte van het werk, dat gaat over de problemen, die met de zwaarte-
kracht verband houden, maakt den indruk aanmerkelijk gemoderniseerd te zijn.
Ik acht mij op dit terrein echter niet voldoende deskundig om daarover opmer
kingen te maken Wel meen ik te mogen vaststellen, dat hetgeen hier qeboden
wordt, uitstekend geschikt is om een behoorlijk inzicht in de materie te ver
krijgen.
Het geheele boek door vindt men verwijzingen naar de literatuur, ook naar de
modernste tijdschriftartikelen. Een bewijs voor de degelijkheid, waarmee de her-
ziening is uitgevoerd.
Ondanks de uitgeoefende kritiek, die trouwens door zeer welwillende bedoe
lingen werd ingegeven, is het boek in alle opzichten bij de lezers aan te bevelen
en het volledig herziene handboek is een kostelijk bezit voor eiken geodeet.
J. M. TIENSTRA.