52
<ee^ cO-?
grafische en topografische), militaire memoriën, verkenningen, beschrij
vingen en verder alles wat tot de kunst des oorlogs betrekking heeft.
De taak van genoemd depot was zeer omvangrijk en omvatte o.a.
„het doen der geodesische en astronomische waarnemingen, benevens
de daartoe betrekking hebbende berekeningen; het vervaardigen van
topographische, statistique en itineraire kaarten; het teekenen van kaar
ten, plans enz.; het doen van waterpassingen; het examineren van alle
journalen en zeereizen, het verzamelen en redigeren van alle observa-
tiën op de zeevaart, benevens het verbeteren der zeekaarten, plans en
memoriën der Koloniën, verder alle observatiën die op de Koloniën be
trekking hebben; het vervaardigen van eene kaart op de schaal van
1 115200 tot het bepalen van de nieuwe verdeeling van het grondge
bied in de departementen".1)
C. R. Th. Baron KRAYENHOFF M. J. DE MAN
17581840 1765-1838
Tot Directeur-Generaal van genoemd depot werd bij decreet van
18 Juli 1806, nr 30 benoemd C. R. Th. Krayenhoff, Kolonel der genie.
Directeur der fortificatiën. Reeds 14 Januari 1796 was hij door de pro
vincie Holland benoemd tot directeur van het Departement van de
Krammer en Biesbosch tot aan en met het eiland Texel. In 1798 kreeg
Krayenhoff opdracht tot de vervaardiging van een algemeene kaart van
ons land, welke „chorographische kaart der Noordelijke provinciën van
de Nederlanden" 23 jaren later als vrucht van zijn moeilijke en omvang
rijke geodetische en astronomische metingen en berekeningen, op zijn
naam door de regeering in het licht is gegeven.2)
Met dezen arbeid werd in 1802 een aanvang gemaakt, doch in 1806
in betere uitvoering.
Bij bovengenoemd decreet was bevolen, dat het Depot-Generaal van
Oorlog spoedig moest worden geformeerd en gereorganiseerd. Krayen
hoff diende daartoe een ontwerp in aan den Koning. In dat ontwerp
zegt kolonel Krayenhoff o.a.: dat het Depot-Generaal van Oorlog van
vrij meer belang is, dan wel de beteekenis van het woord alleen in den
1) De Top. Inr. en onze Top. kaarten in de Ned. Strijdmacht en hare mo
bilisatie in 1914, door J. J. C. van Dijk, blz. 201.
2) Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, dl. II, blz. 721.