57
Onderzoek van teekenaars van het Kadaster, in opleiding
tot het verrichten van eenvoudige opmetingen.
zoodra het zeker was, dat de geallieerde legers hun intocht te Parijs
zouden doen, zich naar die stad te begeven om uit het Fransche Depot
van Oorlog over te nemen alle kaarten, plans en andere stukken, waarop
Nederland recht had en deze naar ons land te verzenden.
- Uit het vorenstaande moge blijken, dat de oorsprong van onze Topo
grafische Dienst zal moeten worden gezocht in het Depot-Generaal van
Oorlog van het Koninkrijk Holland.
(Eerder gepubliceerd in „Ons Legervan Juli 1940.
Cliché s van „Ons Leger
Op verzoek van den waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement
van Financiën publiceeren wij onderstaand uittreksel uit het verslag van de Com
missie, welke belast is geweest met het afnemen van het in 1941 gehouden on
derzoek van teekenaars van het Kadaster, in opleiding tot het verrichten van
eenvoudige opmetingen.
Overwegingen:
De commissie overwoog, dat het aanbeveling verdiende de opgaven zoodanig
in te richten, dat de goede candidaten de gelegenheid zouden krijgen van hun
inzicht en capaciteiten, als vaardigheid en tempo te doen blijken. M.a.w. ze vond
het van belang den candidaten op grond van de geleverde prestaties een rang
nummer toe te kennen.
De commissie was verder van meening, dat al hebben alle candidaten hun op
leiding bij den ruilverkavelingsdienst ontvangen en al zullen ze daar vermoede
lijk werkzaam blijven, het onderzoek niet op specifieke ruilverkavelingseischen
gebaseerd diende te zijn, maar op algemeen landmeetkundigen grondslag inge
richt behoorde te worden, waarbij als minimum eischen gesteld mochten worden:
a. het behoorlijk volgens opdracht verrichten van een detailmeting;
b. eenige kennis van den theodoliet en voldoende vaardigheid in het gebruik
van dit instrument;
c. eenige parate kennis noodig voor de oplossing van zich geregeld in het ter
rein voordoende eenvoudige problemen, alsmede voldoende inzicht om deze
kennis in verschillende gevallen ook te kunnen toepassen.
Inlichtingen van de hoofden der ruilverkavelingsbureaux.
Hoewel de commissie van oordeel was, dat ze bij het toekennen van cijfers
alleen de voor haar geleverde prestaties als grondslag kon nemen, vond ze het
toch van veel belang daarnaast het oordeel van het betrokken hoofd van bureau
voor iederen candidaat te kennen.
Bij Beschikking van 4 November 1941 no. 171, afdeeling Personeel van den
Belastingdienst, werd haar de bevoegdheid verleend de door haar gewenschte
inlichtingen te vragen.
Aan de hoofden van bureau werd daarop een vragenlijst toegezonden volgens
het aan dit verslag toegevoegd model (bijlage 1).
Zoo werd een algemeene indruk verkregen van eiken candidaat en van de
wijze, waarop de opleiding had plaats gevonden.
Indeeling en programma.
Het aantal candidaten bedroeg 23. Door gedurende 11 dagen 2 candidaten
per dag te examineeren, kon het geheele onderzoek in 12 dagen afloopen. Het
werd gehouden op 11 14, 1821 en 25—28 November 1941, waarbij telkens
de volgende dagindeeling werd getroffen.
Candidaat no. 1: 9.30 13.00 detailmeting; 14.0015.45 hoekmeting; 15.45--
16.30 mondeling.