58
Candidaat no. 2: 9.3011.15 hoekmeting; 11.15—12.00 mondeling; 13.00—
16.30 detailmeting,
dus voor ieder 3J/i uur detailmeting, 1% uur hoekmeting, uur mondeling.
De detailmeting.
Aan de hand van de als bijlage 2 aan dit verslag toegevoegde schets moge
het volgende worden opgemerkt. Op het terrein was in piketten (o) uitgezet het
perceel D...E...F. Dit perceel werd in twee deelen I en II verdeeld. Om de
noodzakelijke variatie te hebben werd deze verdeeling eenige malen gewijzigd,
zooals de verschillende soorten lijnen doen zien. In perceel I werd de stichting
van een huis verondersteld, waarvan de hoeken met jalons waren aangegeven.
Het terrein leverde door aanwezige beplanting eenige moeilijkheden op. Zoo was
o.a. de loodlijn uit het punt F op de lijn VP 2 VP 3 neergelaten, noch in
haar voetpunt te bepalen noch te meten. In de omgeving van het centrale grens-
piket G stonden verschillende opgaande boomen, welke onderlinge zichtbaarheid
van sommige grenspiketten onmogelijk maakten.
De opgave nu luidde: ,,De met piketten uitgezette grenzen moeten in zoo goed
mogelijk verband aan den door de veelhoekspunten 1, 2 en 3 gegeven meetkun-
digen grondslag worden opgemeten. De meting moet tevens zoodanig ingericht
zijn, dat de perceelen I en II liefst zoo eenvoudig mogelijk uit meetgetallen
kunnen worden berekend. Ook het huis moet worden ingemeten".
Ten einde een gemakkelijk overzicht van het terrein te hebben, werd den can-
didaten een schetsje (bijlage 3) verstrekt.
Voor een juiste onderlinge beoordeeling was het wenschelijk, dat de veel
hoekspunten 1, 2 en 3 den grondslag voor de meting vormden. Verder was de
candidaat vrij in de keuze van de constructie. Het lag voor de hand, dat ook
de lijn FD als hoofdmeetlijn zou worden gekozen. Inderdaad deden alle 23 can-
didaten zulks.
Bij nadere beschouwing zal blijken, dat hier vele, zij het eenvoudige, proble
men waren op te lossen en hoe daarbij het t.o.v. de hoofdmeetlijnen gunstig ge
legen centrale punt G met succes kon worden benut. De eenvoudigste oplossing
moest vanzelfsprekend worden verkregen door de opmeting aan den meetkun-
digen grondslag tevens zooveel mogelijk dienstbaar te maken aan de oppervlakte
berekening, waartegenover de verleiding bestond om in verband met de ontoe
gankelijkheid van den hoek bij F aan de lijn DF voor de grootteberekening meer
beteekenis toe te kennen dan noodig was.
Verder bood het „huis" gelegenheid om na te gaan of men voldoende aan
dacht zou schenken aan de daardoor geboden mogelijkheid tot goede vastleg
ging van de grens tusschen de perceelen I en II.
Het moge duidelijk zijn, dat de commissie zich voorstelde door deze opgave
een juisten indruk te krijgen omtrent inzicht en capaciteiten der candidaten.
De hoekmeting.
Voor de hoekmeting waren op het terrein de 4 punten van een veelhoek DP
1 VP 1 VP 2 DP 2 uitgezet (zie bijlage 4). Uit de eindpunten waren
torens zichtbaar om een afsluitrichting te kunnen kiezen.
Verondersteld werd, dat de lengtemeting geschied was, zoodat de opdracht
alleen inhield, het verrichten van de noodige hoekmetingen ten einde de beide
tusschenpunten te kunnen berekenen.
Hoewel het hoofdzakelijk de bedoeling was om de candidaten naar hun vaar
digheid in de opstelling en de meting en naar hun nauwgezetheid te beoordeelen,
gaf de vorm van den veelhoek tevens gelegenheid om hun inzicht te toetsen. Het
was immers beter om van DP 1 behalve de richting naar VP 1 ook die naar
VP 2 (en omgekeerd uit VP 2 naar DP 1) te meten of wel, zij het iets minder
goed, de richting DP 2 VP 1 wederzijds in te stellen.
De opstelling in de punten DP 1 VP 2 gaf eenige moeilijkheid door de aan
wezigheid van respectievelijk een verharden weg en een zandheuveltje.
Tijdens de hoekmeting was er gelegenheid de candidaten te doen uitleggen
het hoe en waarom van de meetmethode en de opstelling van den theodoliet
(doorslaan van den kijker, meten met verschillende randstanden, gebruik van de
niveaux).