LANDMEETKUNDE.
J. T e r s a g o, Landmeter van het Kadaster, Borgerhout (België)
Overbepaalde gelijkvormige aansluiting aan twee punten
met oriënteering in tusschenpunten.
(Aansluiting aan punten van derde orde welke zich dicht
bij elkander bevinden.)
In sommige landen worden de coördinaten der punten van
derde orde berekend alleen uit voorwaartsche richtingen uit punten
van tweede orde, zonder rekening te houden met de op het
oogenblik der berekening reeds bekende coördinaten van om
liggende punten van derde orde. Aldus wordt voor de coördi
naten der punten van derde orde slechts een nauwkeurigheid
t. o. v. de coördinaten der punten van tweede orde nagestreefd,
terwijl hun nauwkeurigheid t. o. v. de coördinaten van punten
van derde orde, welke zich soms dicht bij het beschouwde punt
bevinden, aan het toeval wordt overgelaten. Bij de studie
welke hier volgt, veronderstellen wij te doen te hebben met
zulk een Rijksdriehoeksmeting, waaraan een kadastrale hermeting
moet worden aangesloten.
Gezien de onzekerheid in de betrekkelijke ligging der punten
van derde orde, zou het gewaagd zijn, zonder voorafgaande
controle van de gegeven coördinaten, enkel door afzonderlijke
puntsbepaling het primaire net aan te vullen, om aldus voldoende
aansluitingspunten voor veelhoeksmetingen te verkrijgen. Hiertoe
geve men de voorkeur aan een plaatselijke driehoeksmeting (een
aaneengesloten net van driehoeken), waarbij ook de gegeven
punten van derde orde als driehoekspunten worden genomen.
Nadat men dit net vereffend heeft, wordt het aangesloten aan
twee punten van de Rijksdriehoeksmeting, b.v. de twee meest
van elkander verwijderde punten. Zij dit de voorloopige aan
sluiting.
Ten einde de overbepaalde aansluiting te verwezenlijken, zoekt
men de coëfficiënten welke op de meest waarschijnlijke wijze aan
volgende correctievergelijkingen voldoen
Wanneer een punt van tweede orde tot de plaatselijke driehoeksmeting
behoort, zal men aan dit punt aansluiten. Daarna verschuift men den oorsprong
der coördinatenstelsels naar dit punt (evenwijdig met de assen). Daar de coördi
naten van een punt van tweede orde als definitief moeten worden beschouwd,
zal men verder A 0 en B 0 stellen.