6 S Co 2304,95" T 0,30" T2 0,018" T3 0 2004,26" T 0,43" T2 0,042" T3 (1) C 2304,95" 7+ 1,09" P2 0,019" T3 waarin T aantal Juliaansche eeuwen (van 36525 dagen) na 1950,0. Beschouwt men nu een ster 5, dan is het azimuth hiervan op het moment siderischen tijd r gelijk aan den hoek Ao; T eeuwen later is het azimuth op het overeenkomstige moment siderischen tijd ge lijk aan den hoek A. Het verschil tusschen de hoeken Ao en A is dus de invloed van de precessie op het azimuth van de ster, of kort weg de precessie in azimuth". Voert men de volgende notaties in: hoek PoZoZ^ z0 P Z Zo z boog ZoZ dan levert de toepassing van den cotangensregel in A 5 Zo Z de volgende betrekking tusschen beide azimuths: cotg (A z)= cotg h0' sin cos cos (z0 A0) cosec (zo A0) (2) ff--/ fig 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1942 | | pagina 6