70
De opgave luidt dan een punt P te construeeren zoodanig, dat
[gvv] e ga2 -f- gb2 2] min. (3)
Past men op de kaart van uit Po op de richting P0 I de eenheid
uit, dan bekomt men het punt A' met als coördinaten sin <p{ en
cos <p.. (Omdat IP0 zeer groot is t. o. v. d-, mag men P,,/ en
I Bt als evenwijdig beschouwen.)
Volgens de bekende formule is a
Ll sin 0,0001
sin cpi
en bt.= j~sj— ö;0Ö01
als dx-, dy en L- in dezelfde eenheid worden uitgedrukt.
Voornoemde coördinaten kunnen dus gelijk gesteld worden met
biLi sin 0,0001 en a; L2 sin 0,0001. (4)
Omdat Po A' 1 zal ook
l/(. ai L sin 0,0001 )2 (b, Lsin 0,0001 )2 1,
1
Lsin
1/ g
vanwaar V L sin 0,0001* <5)
(3) wordt nu: [gw\
L sin 0,0001
Daar -A--, een constante is, dient dus
(e ^£^1 2jmin- (6)
sin 0,0001
gemaakt te worden.
In de foutentoonende figuur, geteekend zooals aangegeven is
in de studie van Prof. Tienstra (zie ook Handleiding voor de
technische werkzaamheden van het Kadaster), gaat dit gemakkelijk
op het oog door alleen te zorgen, dat de groote e g L -
waarden zoo klein mogelijk worden; de kleine e\/g:L j"
waarden beïnvloeden [(e g L) 2] maar weinig.
Rekening houdende met de omstandigheden van de opneming
(b.v. zichtbaarheid) en de ervaring bij de berekening van de
ingestelde punten, zal de waarnemer voor de p-waarden naar
beste dunken een zekere speling toelaten, welke daarom niet door
een cijfer dient te worden uitgedrukt.
Bijzondere gevallen.
Zooals ook in de H.T.W. is vermeld, zal men bij de punts-
vereffening bij kadastrale hermetingen het beste resultaat bereiken,
wanneer men aan de waargenomen richtingen gewichten toekent,
welke evenredig zijn met de vierkanten der afstanden van de
richtingen, voor zoover deze afstanden kleiner zijn dan 1 km.
Voor de richtingen, die langer zijn dan 1 km, waarbij dan ook
instelfouten te vreezen zijn, zullen hun gewichten evenredig ge
nomen worden met de afstanden. Dus wanneer men L uitdrukt
cos rpt
(e