117 voor topografische doeleinden. De camera werd daarbij op een statief in het terrein opgesteld, een methode die genoemd wordt: terrestrische fotogrammetrie. Natuurlijk ziet men daarbij al dadelijk in, dat het overzicht over het terrein beter is, naarmate de stand plaats hooger is en als gevolg van deze overweging worden dan ook reeds enkele jaren later de eerste opnamen uit de lucht gemaakt, waarbij men gebruik maakt van kabelballons en vliegers. In den loop der volgende jaren worden allerlei verbeteringen in de apparatuur aangebracht, maar de luchtfotogrammetrie krijgt haar groote kans als gedurende den eersten wereldoorlog de snelle ont wikkeling van de luchtvaart met vliegtuigen en de gelijktijdige groote behoefte aan kaarten voor de oorlogvoering, de omstandig heden scheppen voor een geweldigen vooruitgang. De terrestrische fotogrammetrie raakt daardoor wat op den ach tergrond, zonder nochtans geheel te worden verdrongen; rustig en gestadig blijft zij zich ontwikkelen tot een zeer bruikbare methode van opneming van die gebieden, waartoe zij van nature beperkt is: sterk geaccidenteerd bergland. Deze enkele historische opmerkingen hebben geenszins de pre tentie, een eenigermate bevredigend beeld te geven van de geschie denis der fotogrammetrie. Wel kunnen zij wellicht en dat was de bedoeling U een indruk geven van den leeftijd of dui delijker uitgedrukt: de jeugd van dezen modernen tak van de landmeetkunde. Overigens zal er nog voldoende gelegenheid zijn, in het verdere betoog, dat met het oog op den tijd beperkt zal moeten worden tot de luchtfotogrammetrie, eenige geschiedkundige mededeelingen in te vlechten. Wanneer men een foto van vlak terrein, met een ongeveer verti cale camera van een vliegtuig uit genomen, bekijkt, is het de sterke overeenkomst met een kaart die onmiddellijk opvalt. Er is daardoor eenige kans, dat de niet-deskundige beschouwer tot het vermoeden komt, dat van foto tot kaart slechts een onbeduidende stap is. In werkelijkheid echter liggen in deze tweede fase van het pro ces, het vervaardigen van de kaart uit de foto, vele moeilijke ma thematische, technische en foutentheoretische problemen, waaronder er verschillende zijn waarvoor een afdoende oplossing nog niet is gevonden. De fotogrammeter is daardoor wel eens geneigd te wei nig aandacht juist aan het eerste onderdeel, de opname, te schenken en dus als ik eenigszins mag overdrijven het werk dan be gonnen acht, als de leek veronderstelt, dat het klaar is! Natuurlijk is ook dat niet juist. De foto is de grondslag voor alle fotogrammetrische bewerkingen en moet daarom aan hooge eischen voldoen. De beeldkwaliteit wordt behalve door uitwendige omstan digheden als verlichting van het object, helderheid van de atmos feer e.d. voornamelijk bepaald door het objectief en het gebruikte lichtgevoelige materiaal. Wat de optici op het gebied van de objectieven hebben bereikt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1946 | | pagina 117