118 is bewonderenswaardig; de moderne wijdzicht-objectieven hebben een gezichtsveld van bijna 100°, een relatieve opening van 1 6 en zijn desondanks in hooge mate vrij van aberraties en verteekening. Nu wordt de geschiktheid van een foto voor kaarteeringsdoelein- den niet alleen door de beeldkwaliteit bepaald, maar bovendien door allerlei andere factoren, de vlieghoogte en de variaties daarin, de camera-helling, de mate van overlapping der naastliggende foto's, enzoovoorts. Het fotovliegen vraagt dan ook een zeer speciaal vak manschap, dat betrekkelijk weinig, overigens ervaren, vliegers be zitten. Dat ook aan de bewegende deelen van de camera, den sluiter en het film- of platentransport-mechanisme zware eischen worden gesteld, is duidelijk, als men weet, dat bij fotovluchten tempera tuursverschillen tot 35° Celsius geen uitzondering zijn. Een foto is een centrale projectie op een plat vlak van een twee of driedimensionaal object vlak of geaccidenteerd terrein. In het eerste geval, vlak terrein, is de foto een projectieve afbeel ding daarvan. En omdat ook de kaart een projectieve, zij het bij zondere, nl. een gelijkvormige of een affiene afbeelding is van het terrein, zijn foto en kaart onderling projectief verwant. Door dus gebruik te maken van de eigenschappen der projectieve meetkunde kan men langs grafischen of numerischen weg de kaart puntsgewijze uit de foto construeeren, mits a priori minstens vier terreinpunten, z.g. paspunten, in foto en kaart bekend zijn. In Canada heeft men een grafische methode, ontworpen door Deville, op zeer groote schaal toegepast op foto's, opgenomen met sterk hellende camera. Het is niet verwonderlijk, dat men, gegeven de projectieve ver wantschap tusschen foto en kaart, getracht heeft de foto door foto grafische transformatie congruent met de kaart te maken, te ,,ont- schranken", om daarna uit de ontschrankte foto op eenvoudige wijze de kaart af te leiden. Dit heeft geleid tot de constructie van z.g. ontschrankingstoestellen, waarvan het eerste een Fransch toe stel van Roussilhe was. Dit heeft momenteel nog, slechts antiqua rische waarde en is verdrongen door moderne, geheel of gedeeltelijk automatische instrumenten, waarbij afhankelijk-veranderlijke instel- grootheden mechanisch aan elkaar gekoppeld zijn. In ons land, dat voor het grootste gedeelte voldoet aan de voor waarde nagenoeg vlak te zijn, zijn langs den weg der ontschran- king vele kaarten ontstaan. Sedert 1930 wordt de rivierkaart op de schaal 1 10.000 en na 1932 ook de topografische kaart op de schaal 1 25.000 volgens deze methode geconstrueerd. In het bijzonder wil ik nog noemen de ontschrankte foto's van de Grebbelinie, die in 1939 en '40 voor militaire doeleinden werden vervaardigd en naar een denkbeeld van Tienstra van een ruitlijnen- systeem werden voorzien en in combinatie met overlappende fo to's aldus de voordeelen van een stereobeeld en een geruiteerde kaart in zich vereenigden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1946 | | pagina 118