119 Ook in Indië heeft men de methode der ontschranking met suc ces toegepast bij het kaarteeren van vischvijvercomplexen op de schaal 1 2000 en sawahgebieden op de schaal 1 5000. De methode der ontschranking is aantrekkelijk door haar een voud, doch is, zooals gezegd, beperkt tot vlak of nagenoeg, vlak gebied. Is het terrein geaccidenteerd, dan eischt de fotogrammetrie aan zienlijk ingewikkelder instrumenten en methoden. Onmogelijk is het, uit de twee dimensies van het enkele foto beeld de drie dimensies van het terrein af te leiden. De bouwsteenen, waarmede de fotogrammeter in het geval van geaccidenteerd terrein manoeuvreert, zijn dan ook niet de foto's op zichzelf, maar wel de Stralenkegels, bepaald door de fotobeeldpunten en het projectie centrum, dat men zich bij benadering kan denken in het middel punt van het camera-objectief. Zoo een stralenkegel, die bij de opname de foto deed ontstaan, wordt gereconstrueerd door de foto te plaatsen in een geschikten beelddrager, dat is een nabootsing van de opname-camera. Worden nu de stralenkegels van twee opeenvolgende, elkaar deels overlappende foto's ten opzichte van elkaar gebracht in een stand die behoudens een kleineren onderlingen afstand gelijk is aan die tijdens de opname, dan snijden de overeenkomstige stra len dier kegels elkaar. De meetkundige plaats van deze snijpunten is een verkleind drie-dimensionaal model van het terrein. Zoo eenvoudig dit alles klinkt, zoo vernuftig en gecompliceerd zijn de apparaten. Zoo ingenieus is ook de methode van waarne ming, die gebruik maakt van dat wonderlijke vermogen van den mensch, ruimte te kunnen zien. Het mechanisme van dit... zintuig (mag men het wel noemen) is zeer samengesteld, doch komt hierop neer, dat de beelden die bij binoculair waarnemen op de netvliezen der oogen worden ge vormd, discongruent zijn, doch in de hersenen tot bewustzijn komen als één indruk van ruimte. Dit is ook het geval, wanneer niet het object zelf, doch twee uit verschillende richtingen genomen foto's daarvan aan de oogen worden „aangeboden". Deze laatste eigenschap, waarvan in de fotogrammetrie zulk een dankbaar gebruik wordt gemaakt, was reeds een eeuw geleden bekend en de eerste stereoscopen, van Wheat stone en van Brewster, wekten in dien tijd zulk een geestdrift, dat een bewonderaar pathe tisch uitriep: „Deze merkwaardige uitvinding is geen speelgoed: het is een goddelijke gave, in onze handen gelegd zoogenaamd door de wetenschap, doch in werkelijkheid door de inspiratie die de Almach tige openbaart door den mond van de nederige vorschers der na tuur". Eenige jaren later waagt hij zich aan een voorspelling: „We kijken door stereoscopen als mooi speelgoed en bewonderen de foto als 'een aardige nieuwigheid, maar vóór de volgende generatie zal zijn verdwenen, zal blijken, dat een nieuw tijdvak is aangebroken in de geschiedenis van den vooruitgang der menschheid." Hij kreeg in zooverre gelijk, dat omstreeks 1900 door Pulfrich een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1946 | | pagina 119