124
meld, dat recente, grondig opgezette onderzoekingen van Van der
Weele eenige belangrijke instrumenteele bronnen van systematische
fouten hebben leeren kennen.
Wanneer men zich nu afvraagt, welke van de twee methoden
van overbrugging van onbekend gebied, fototriangulatie of serie-
beeldaansluiting in de toekomst de beste kansen heeft, dan zal het
antwoord waarschijnlijk als volgt moeten luiden. De fototriangula
tie is in het voordeel, omdat ze. waarnemingstechnisch, instrumen
teel en foutentheoretisch zoo veel eenvoudiger is. Ze levert echter
niet, zooals de seriebeeldaansluiting, de terreinhoogten. Een com
binatie van de beide methoden ligt dus voor de hand en is trouwens
reeds meermalen in Delft toegepast. De seriebeeldaansluiting levert
dan de terreinhoogten en bovendien alle gegevens betreffende ca
merahelling en dergelijke, die noodig zijn om de daarna te verrich
ten metingen voor de fototriangulatie van dezelfde foto's te kunnen
reduceeren.
Verschillende mededeelingen deed ik U reeds, waaruit blijken
kan, welk een vooraanstaande plaats Nederland voor den oorlog in
de fotogrammetrie, zoowel in practisch als in wetenschappelijk op
zicht, innam. De handicap van den oorlog heeft hierin weinig ver
andering gebracht; nationaal bezien: gelukkig -internationaal be
schouwd: helaas.
Geconstateerd kan worden, dat het buitenland over het algemeen
slechts weinig vooruitgang heeft gemaakt. Dit komt voornamelijk,
doordat de Amerikaansche methoden, volkomen ingesteld als ze
reeds waren op massaproductie met beperkte nauwkeurigheid, vrij
wel zonder wijzigingen in de oorlogvoering konden worden inge
schakeld en gehandhaafd.
Dit brengt mij op een vergelijking van Europeesche en Ameri
kaansche methoden, waartusschen hetgeen het eerst door Scher-
merhorn uitdrukkelijk is opgemerkt principieele verschillen be
staan. Deze verschillen wortelen zoowel in het te verrichten werk
als in de geaardheid der uitvoerders.
In Europa, vrijwel geheel in kaart gebracht, waren het gebieden
van geringen omvang, die met groote dikwijls de grootst moge
lijke nauwkeurigheid fotogrammetrisch moesten worden opge
nomen. Dit, gecombineerd met de Europeesche neiging, elk probleem
zuiver wetenschappelijk en zoo algemeen mogelijk aan te vatten en
op te lossen, leidde tot de conceptie van fraaie, maar ingewikkelde
theorieën en, niet minder gecompliceerde, min of meer universeele
instrumenten, stuk voor stuk optische en mechanische meesterstuk
ken.
In Amerika daarentegen stond men voor de ontzaglijke taak, bin
nen zoo kort mogelijken tijd millioenen en nog eens millioenen hec
taren gronds in kaart te brengen met voldoende, in dit geval be
perkte, nauwkeurigheid. De Amerikaan met zijn gewoonte en gave
het werk te ontleden in een groot aantal elementaire onderdeelen
en deze te coördineeren tot een snel en economisch werkend geheel,