125 kon zich hierin uitleven. Tal van simpele methoden en instrumenten werden bedacht en ook al was men soms nog niet geheel tevre den toegepast onder het motto: „We are on a productionbasis and have a job to do". Als voorbeeld diene het z.g. Brock-procédé, een typisch Ameri- kaansch systeem voor massaproductie, reeds in de eerste jaren der fotogrammetrie in de Ver. Staten ontworpen, nog steeds toegepast en zelfs in de laatste jaren weer op den voorgrond tredend, doch naar Europeeschen smaak een hoogst onelegante opeenvolging van heterogene handelingen: mechanische, numerische, grafische, mo- noculaire en stereoscopische bewerkingen. Nederland, onder de leiding van Schermerhorn, heeft, wat begrij pelijk is, voornamelijk het continentale standpunt ingenomen. Ove rigens moet daar direct aan worden toegevoegd, dat dikwijls op Amerikaansche schaal en met dito snelheid wérd gewerkt. In dit laatste opzicht is de kaarteering van de Grebbe-linie „luchtkaar- teering 11" in vakkringen een begrip geworden!. Intusschen spreekt het vanzelf, dat de ontwikkeling in de Ver. Staten en in het buitenland in het algemeen, oplettend zal moeten worden gevolgd en voorzoover wenschelijk nagevolgd evenals het buitenland het oog gericht houdt op ons land. Dat Nederland in internationale kringen een eerste plaats inneemt, blijkt wel uit het feit, dat het Bestuur van de Société Internationale de Photogram- métrie in ons land is gevestigd. Nederlandsch-Indië helde, min of meer gedwongen door de om standigheden, meer over naar den Amerikaanschen kant; door Kint werden methoden ontwikkeld voor de kaarteering en triangulatie met eenvoudige, ten deele zelf gecreëerde hulpmiddelen. Een voor genomen ombuiging naar Europeesche zijde werd door den oorlog verijdeld. De afgeloopen jaren hebben, zooals ik reeds zeide, betrekkelijk weinig nieuws op fotogrammetrisch gebied opgeleverd, ondanks het feit, dat millioenen fotogrammetrisch samengestelde of bijgewerkte kaarten den onmisbaren grondslag vormden voor vrijwel alle oor logsoperaties. Op een ander gebied zijn echter enorme vorderingen gemaakt, die voor de fotogrammetrie en op den duur wellicht voor de geo desie in het algemeen, van het grootste belang kunnen zijn. Ik doel op de nieuwe methoden van radar-plaatsbepaling, die, aanvankelijk bedoeld slechts voor navigatie ter zee en in de lucht, een nauwkeu righeid leveren, die waarschijnlijk voldoende is voor de bepaling van die punten op aarde z.g. paspunten waaraan de fotogram- metrische opname moet worden aangesloten. In geciviliseerde streken, welke voorzien zijn van een driehoeks- net, ontmoet de bepaling van paspunten natuurlijk geen moeilijkhe den. In andere streken stuitte men soms Wel op groote practische

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1946 | | pagina 125