139 m3/sec. Dit maakte haar tot onze lastigste rivier: in de zomermaan den slecht bevaarbaar, in andere jaargetijden een geweldigen water overlast veroorzakend. Beneden Grave slingerde zij zich in groote, de eeuwen door steeds veranderende bochten door het vlakke land, met een breedte welke in de jaren voor 1850 nog wisselde tusschen de 90 en 380 m. Door dezen kronkelenden loop, gepaard met een gering verval, was zij dikwijls niet in staat de groote waterhoeveelheden van de boven- rivier af te voeren. Dan trad de Beersche Overlaat in werking en gebeurde het niet zelden, dat de geheele traverse van de Beersche Maas ter grootte van ongeveer 13.000 ha overstroomde, terwijl van hieruit ook veelal de aanliggende polders, hetzij langs directen weg, hetzij door kwel, onderliepen, zoodat in totaal ca 26.000 ha onder water gezet werden. Zoowel deze en andere wateroverlast als de slechte bevaarbaar heid deden reeds vroegtijdig plannen tot verbetering rijpen. Toch had de eerste kunstmatige bochtafsnijding die ik heb kunnen ach terhalen, een andere beweegreden: in de 15e eeuw brachten de Bos schenaren de doorgraving tusschen de tegenwoordige plaatsjes Noord- en-Zuid-Nederhemert tot stand, teneinde aldus den Heus- denschen tol te ontgaan. Hetgeen niet baatte, want de tol werd ein9volgende eeuwen werden vele verbeteringsplannen ontwor pen waarvan slechts enkele kleinere tot uitvoering kwamen Zoo werd in 1856 het Schanschegat, een in 1599 om defensieredenen door de Spanjaarden gegraven verbinding tusschen Maas en Waal bij Sint-Andries, door een schutsluis vervangen. Evenwel werd de volledige scheiding van Maas en Waal een steeds dringender noodzakelijkheid, daar de wederkeerige beïnvloe- ding van deze in karakter zoozeer verschillende rivieren een deug delijk waterstaatkundig beheer onmogelijk maakte. Einde.ijk kwam dan ook in 1883 een wet tot stand, o.a. beoogende de verlegging van den Maasmond van Loevestein naar den Amer en de sluiting van de Heerewaardensche overlaten. Toen in 1904 de voornaam- ste werken waren voltooid, was de volledige scheiding van beide rivieren een feit geworden. Evenals onze andere groote rivieren is de Maas ook verbeterd door normalisatie. Deze heeft ten doel een vaargeul van constante breedte en ook bij lage waterstanden voldoende diepte te vormen. Met de Maas is dit slechts gedeeltelijk gelukt, daar gedurende de zomermaanden meestal niet voldoende water beschikbaar is en buir tendien boven Venlo het verhang te groot is. Er moesten dus an dere wegen worden ingeslagen. De Maaskanalisatie. In 1906 werd een Nederlandsch-Belgische Commissie ingesteld o.a. tot onderzoek van de kanalisatie van de gemeenschappelijke Maas. Zij diende in 1912 een uitvoerig ontwerp in, omvattend de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1946 | | pagina 139