149 worden, zooals in den regel het geval was langs den teen der dijken of de kanten van een „wiel", werd een grensregeling getroffen. In andere gevallen volgde een gewone kadastrale grensuitzetting. De bochtafsnijding bij Alem. Een overzicht hiervan vinden wij in beeld gebracht in fig. 3. Reeds in de jaren 1886—1888 was de met A-B-C aangeduide bocht afgesneden en vervangen door het vak A-C. De jongste af snijding is van veel radicaler aard en gaat zelfs buiten het oude win terbed om. Thans is de oudste bocht gedicht en over het noordelijk gedeelte is een dijk gelegd, die Alem een hoogwatervrije verbinding met Rossum en Driel verschaft. Het overige gedeelte van deze bocht is door aankoop ten behoeve van grondberging nog verbreed. Oostelijk van Rossum zien wij achtereenvolgens de nieuwe en oude schutsluis van Sint-Andries en het overblijfsel van het Schan- schegat. Het driehoeksnet van de rivierkaart is gedeeltelijk afgebeeld. Langs de oevers zien wij afwisselend de nieuwe grensregelingen, de vernieuwde oeverconstateeringen en de uitgezette grenzen, als mede de grenzen van nieuwen aankoop aangegeven. Als voorbeeld van een vernieuwde oeverconstateering zij gewezen op het gedeelte D-E tusschen Het Wild en Blauwe Sluis, waar de oude grens 85 knikpunten telde tegen de nieuwe 9. Enkele opmerkingen aangaande domeinwerk. Aan het bijzondere karakter der domeinwerkzaamheden, zoozeer verschillend van het gewone kadastraal-landmeetkundige werk, is in dit tijdschrift reeds meermalen aandacht geschonken. Met een enkele opmerking moge hier dus worden volstaan. Indien de uitzetting van de hierboven besproken oeverconstatee ringen aan den „gewonen dienst" was overgelaten, zou deze zich strikt gehouden hebben aan de in het kadastrale veldwerkarchief gevonden gegevens. Het resultaat zou zijn, dat het terrein een me nigte onregelmatig verspreide grenspalen vertoonde, zeker tot ver bazing van de aanliggende eigenaren en tot blijvenden hinder bij het onderhoud van.de scheiding. En hoe zou de grensuitzetting ver- loopen, wanneer wel de oeverconstateering ten hypotheekkantore was overgeschreven, maar geen kadastraal veldwerk of hulpkaart hiervan was opgemaakt, zooals vóór 1896 nogal eens gebeurde? We staan hier voor het feit, dat aan vele bureaux van den land meetkundigen dienst geringe bekendheid bestaat met domeinwerk zaamheden, omdat deze daar niet of slechts sporadisch voorkomen. Er zal dus moeilijk sprake kunnen zijn van het verkrijgen van vol doende bedrevenheid. Immers, wanneer de routine in gewonen dienst of ruilverkaveling eerst na eenige jaren verkregen wordt, kan niet worden verwacht, dat deze inzake domeinwerkzaamheden eiken landmeter aangeboren is. In het bijzonder vormen de grens regelingen en -uitzettingen langs rivieren en meren een terrein met onverwachte moeilijkheden op verschillend gebied. Met het oog op een juiste en economische behandeling dier werkzaamheden zal

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1946 | | pagina 149