VERSCHILLENDE ONDER WERPEN.
152
deels voltooid, werd door genoemd bureau aan de hand van de
grondkaarten verzorgd.
Domeinkaarten.
Door de ingrijpende wijzigingen op het besproken riviervak en
de daarmede gepaard gaande groote uitbreiding der domeingron
den, ontstond de noodzakelijkheid van een stel nieuwe domeinplans.
Het lag voor de hand hiervoor gebruik te maken van de boven
besproken kaarten op schaal 1 2500, die slechts een betrekkelijk
kleine aanvulling behoefden om ook voor dit doel geschikt te zijn.
Zoo werden door de zorg van het bureau Samenwerking Wa
terstaat de aanliggende perceelen, voor zoover zij door gemis
van zichtbare afscheidingen niet op de nieuwe kaarten voorkwa
men, door inpassing van het kadastrale plan overgenomen, met ver
melding van de kadastrale aanduidingen. Langs de grenzen van
Rijkseigendom werden de akten van aankoop of grensregeling ver
meld. De gemeente- en sectiescheidingen, alsook de scheidingen der
artikels van den domeinlegger, vindt men door verschillende lijn-
soorten aangeduid, zoodat op de domeinkaarten, die als lichtdruk
ken worden afgeleverd, geen biezen behoeven te worden ingekleurd.
Van het riviervak Hedel—Heerewaarden zijn de nieuwe domein
kaarten reeds in gebruik genomen.
Naar aanleiding van de Maasverbetering hebben de „domein
landmeters" langs de oude en de verbeterde rivier van Grave tot
Hedel 18 km nieuwe grensregelingen tot stand gebracht, 23 km
oeverconstateeringen vernieuwd en 33 km domeingrenzen uitgezet.
Voor zoover dit met het oog op het terrein mogelijk was, zijn al
deze grenzen tevens afgepaald.
Samen met de grensregelingen wegens opstuwing boven Grave
en de daarop gevolgde grensuitzettingen zijn daarmede rond 165
km oever (dit is ruim de afstand Maastricht—Deventer, hemels
breed gemeten) zoodanig behandeld, dat hierlangs zoo goed als
geen grensgeschillen meer zijn te duchten.
Mededeeling van de Redactie.
Op de algemeene vergadering van de Vereeniging voor Kadaster
en Landmeetkunde, gehouden in Mei 1946, kwam de wensch tot
uiting, dat het tijdschrift meer dan voorheen aandacht zou schen
ken aan publicaties in andere, vooral buitenlandsche, periodieken.
Ook de Redactie had de wenschelijkheid hiervan reeds lang ge
voeld; het heeft den redactieleden echter aan den tijd ontbroken
die noodig geweest zou zijn om op dergelijke publicaties meer dan
zeer summier de aandacht van de lezers te vestigen.
