31
kwaliteit betreft, niet de papiersoorten, die bij den kadastralen dienst
gebruikt worden. Beter zou daarvoor geschikt zijn het zgn. docu
mentpapier, waarvan het gewone soort 80 gram weegt, en het kar-
tondikke soort 125 gram, welk laatste soort voor domeinkaarten
wordt gebruikt, maar helaas niet beschikbaar was.
De andere proefnemingen gingen in de richting van den lichtdruk.
De fototechnische dienst vervaardigde van de nette-plans een op
tische calque op filmpapier, welke calque vrij gunstig uitviel. Van
deze calque werden lichtdrukken gemaakt met de te Amsterdam
aanwezige lichtdrukmachine en ontwikkelkast, hetgeen geschiedde
op de weinige, beschikbare soorten lichtdrukpapier. Deze resultaten
waren vrij gunstig, vooral het ozalid papier TS 110 gram gaf een
zeer voldoend beeld; een iets minder beeld gaf het ozalid papier
TS 80 gram; terwijl daarentegen het korrelige papier BGT 210
gram een onvoldoenden afdruk opleverde.
Van deze optische calque werd nog een tweede gebruik ge
maakt; de firma A h r e n d vervaardigde hiervan nl. neo-drukken,
zulks ter vergelijking met de bovengenoemde lichtdrukken en met
de neo-drukken, welke de firma reeds eerder rechtstreeks van de
nette-plans had gemaakt. Hierbij bleek dat deze neo-drukken aan
zienlijk minder duidelijk waren dan de, door den fototechnischen
dienst van dezelfde calque vervaardigde lichtdrukken. Aange
nomen mag worden dat de resultaten van den lichtdruk, uitgevoerd
door den fototechnischen dienst, beter zullen worden naarmate
het personeel meer routine en meer inzicht in de te volgen werkwijze
zal verkrijgen. Zoo zal b.v. de eene calque sterker belichting ver-
eischen dan de andere; terwijl bij een en dezelfde calque het ver
schil tusschen lichte en donkere gedeelten (nieuwere en oudere),
welke het gevolg zijn van overeenkomstige verschillen in het nette-
plan, door afscherming der lampen kan verminderd worden.
Ten einde zooveel mogelijk vergelijkingsmateriaal te verkrijgen,
werd van elk der nette-plans door de firma „de Atlas", via den
weg van het contactnegatief een contactcalque gemaakt. Deze cal
que diende daarna weder tot het verkrijgen van een lichtdruk, het
geen door dezelfde firma geschiedde. Het resultaat was dat deze
lichtdruk aanzienlijk slechter was dan de lichtdruk, door den foto
technischen dienst gemaakt van de door hem vervaardigde optische
calque. Ook waren de door de „Atlas" geleverde lichtdrukken on
duidelijker dan de neo-drukken, welke door de firma Ahrend
van de optische calque waren gemaakt. Zeer waarschijnlijk is „de
Atlas" meer ingesteld op massawerk dan op nauwkeurigheid en
duidelijkheid.
Ten slotte was het nog mogelijk resultaten van den Cultuurtech-
nischen dienst te Utrecht, welke dienst in het bezit is van een vol
ledige lichtdrukinstallatie, ter vergelijking te verkrijgen. Genoemde
dienst bood aan zijn medewerking te verleenen, van welk aanbod
met groote erkentelijkheid werd gebruik gemaakt. Hij vervaardigde
van de nette-plans, juist zooals de firma „de Atlas" dat gedaan had,
een contactcalque. Het daarvoor gebezigde contactfilmpapier was
aanzienlijk zwaarder dan hetwelk door „de Atlas" was gebruikt.