33 nend, met vrij zwakke potloodcijfers. Hiervan moest dus allereerst een calque gemaakt worden, daarna een lichtdruk. Dit geschiedde op een tweetal soorten papier, nl. rétocé-normaal en rétocé-contrast. Beide lichtdrukken muntten uit door groote duidelijkheid. Een on derzoek naar rekking of krimping van de calque wees uit, dat deze zoo goed als niet aanwezig waren. Het tweede veldwerk was tweezijdig, op niet-transparant papier. Het was dus mogelijk rechtstreeks een lichtdruk te maken, hetgeen geschiedde op de beide genoemde soorten papier. Deze resultaten waren bijzonder goed; zij waren veel duidelijker en scherper dan de, van hetzelfde veldwerk door den fototechnischen dienst ge maakte lichtdrukken. Tevens volgt hieruit dat zij veel beter waren dan de resultaten van de fabriek „de Atlas". Wanneer men de resultaten beschouwt, die tegenwoordig met lichtdruk verkregen worden, vraagt men zich af, of de kadastrale dienst daarvan geen voordeel kan trekken. Wel zal het noodzakelijk zijn de kadastrale werkmethode aan een wijziging te onderwerpen; immers zal zij zich moeten aanpassen aan de techniek van den lichtdruk. Dit klemt te meer, wanneer binnen afzienbaren tijd de beste kwaliteiten film of filmpapier te verkrijgen zullen zijn. Door de firma „de Atlas" worden dan weder de kodatrace-film en de arcasolfilm in den handel gebracht, in kwaliteiten die nog uitsteken boven die van 1940 en 1941 en waaromtrent in de artikelen van den Heer Bongaerts in het orgaan der Vereeniging van tech nische ambtenaren van het Kadaster veel lezenswaardigs is te vin den (zie 2e jaargang, nrs 1, 3, 4 en 6). Daarnaast verschijnt de firma van der Grinten met de zgn. „ocématfilm", een nieuw transparant lichtdrukmateriaal. Dit materiaal is volkomen transparant en toch beschrijfbaar, zoowel met inkt als met potlood, leent zich voor kaarteerwerk, terwijl rek king of krimping tot een minimum is gereduceerd. Het is tevens ge schikt voor het aanbrengen van correcties, aangezien erop geradeerd kan worden, waarbij de radeervastheid zeer groot is. Het zal in ver schillende breedten verschijnen, o.a. ook 100 cm, en in rollen van 5 en 10 m lengte, zoodat het geschikt is voor kadastrale plans. Het komt mij voor dat, zoodra genoemde kwaliteiten film ver krijgbaar zijn, proefnemingen alleszins gerechtvaardigd zijn. Van een bestaand minuutplan kan een positieve calque op film gemaakt worden, door middel van een omkeerbad, welke als bijblad kan fun- geeren. Voor de nieuwe hulpkaarten is gebruik te maken van wit transparant papier, zonder glad oppervlak. De groote voordeelen zijn duidelijk, nl. geen kopieerspiegels, geen kunstlicht, geen ver moeiende inspanning der oogen; daarnaast de mogelijkheid zooveel lichtdrukken te maken als men verkiest. Een tweede mogelijkheid bestaat in het rechtstreeks kaarteeren van een nieuw plan op mat- film, welke als werkplan in gebruik blijft en waarnaast een positieve calque op matfilm als minuutplan wordt vervaardigd. Het is duide lijk, dat ook het vervaardigen en vernieuwen van nette-plans, veld- plans en gemeenteplans, ja zelfs het maken van extract-plans, door de aanwezigheid van films in andere banen kan worden geleid. Bij

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1946 | | pagina 33