36
Ten behoeve van den wederopbouw worden thans ook verschillende metingen
verricht door andere instanties dan het kadaster. Ook naar de meening van het
Departement ligt het op den weg van het kadaster er voor te waken, dat zoo
doende geen dubbel werk wordt gedaan. Het kadaster schrome derhalve niet,
het noodige initiatief te ontwikkelen.
Na deze mededeelingen wordt op voorstel van den Voorzitter de open
bare vergadering geschorst om in bijzijn van de buitengewone leden in huishou
delijke vergadering de bestuursvoorstellen tot statutenwijziging van de vereeni-
ging te behandelen. Na afdoening dezer voorstellen wordt de openbare vergade
ring terstond hervat.
b. Notulen der vorige vergadering (zie Tijdschrift 1941, afl. 6).
Zonder discussie goedgekeurd.
c. Verslag ingevolge art. 16a Huish. Reglement (zie H.O. nr 104).
Goedgekeurd als voren.
d. De redactie van het Tijdschrift en de voorziening in de redactie.
De afdeeling Deventer stelt voor om het aantal leden der redactie van het
Tijdschrift te bepalen op vijf.
TOELICHTING: De Afdeeling is van oordeel, dat het wetenschappelijk
peil en de leesbaarheid van het Tijdschrift kunnen worden verhoogd. Hoe
wel er niets dan lof is voor het vele en belangrijke werk, door de tegen
woordige redactieleden aan het Tijdschrift besteed, bestaat de meening,
dat niet alle leden voldoenden tijd beschikbaar hebben om zich met de
algemeene wetenschappelijke leiding van het Tijdschrift te bemoeien, waar
door deze leiding dikwijls in handen is van een lid dat daarvoor niet is
aangewezen.
Tevens wordt in het Tijdschrift noode gemist een uitvoerig literatuur
overzicht over landmeetkundige onderwerpen (ook uit buitenlandsche
tijdschriften), op overeenkomstige wijze verzorgd als thans reeds voor
juridisch-administratieve onderwerpen geschiedt.
Het voorstel dient om tegemoetkoming aan deze bezwaren mogelijk te
maken, zonder dat nog meer van de tegenwoordige redacteuren wordt ge
vraagd.
De afdeeling Deventer draagt als redactieleden voor de heeren Prof. M.
Tienstra, Mr. H. Jonas, D. de Groot en H. van den Berg.
De afdeeling 's-Gravenhage stelt voor de huidige redactie te herbenoemen, ter
wijl zij tevens uitbreiding van het Tijdschrift en van de redactie aanbeveelt.
De afdeeling Groningen-Drente stelt als redactieleden voor de heeren Prof.
J. M. Tienstra, Mr. J. H. Jonas en D. de Groot.
De Voorzitter vangt de behandeling van dit punt aan met de mededee-
ling, dat juist gisteren een vergunning is afgekomen voor papiergebruik, zoodat
het Tijdschrift weer kan verschijnen (applaus).
De heer Ten Oever trekt namens de afdeeling Deventer het eerste lid van
haar toelichting in, omdat dit aanleiding heeft gegeven tot conclusies die de af
deeling niet heeft gewild. De toelichting was een samenvatting van hetgeen in
de afdeelingsvergadering was gesproken en geeft, wat het eerste lid betreft, niet
de meening van de meerderheid weer.
De V oorzitter merkt op, dat hierdoor de zaak duidelijker is geworden,
maar dat er nog een moeilijkheid is overgebleven: de bij het bestuur ingekomen
brief van den heer Harkink, dat hij een eventueele herbenoeming als redacteur
niet zal aanvaarden (zie H.O. nr 104, blz. 16).
Na een discussie, waaraan deelnemen de heeren Van der Werff, Joosten,
Haasbroek, De Wit, De Groot, Dogterom, Jongedijk, Van
Riessen, Steenberg e-n, L. G. Prinsen, Korver, Houben,
Baard a, Glerum, Prof. Tienstra, W. Smit, Ilsen en Mander-
sloot en tijdens welke discussie de Voorzitter meedeelt, dat de heer
Harkink te kennen heeft gegeven, dat hij een eventueele herbenoeming in beraad
zal houden, besluit de vergadering over te gaan tot een benoeming van drie
redactieleden.
Voor den aanvang der stemming verklaart de heer De Groot nog, dat hij