44 Nederlandsche Landmeetkundige Federatie. VERSLAG van den toestand en de verrichtingen der Federatie, uitgebracht op het congres te Utrecht op 11 Mei 1946. beheer gedechargeerd, terwijl de vergadering ook met de begrooting accoord kan gaan. Eenige ondergeschikte wijzigingen in het H.R. worden goedgekeurd, de rege- ling der contributie moet echter aan het bestuur worden overgelaten, aangezien omtrent de wijze van uitgave van het Tijdschrift geen zekerheid bestaat. De plannen hieromtrent worden besproken, zoo ook de voorstellen van de finan- cieele commissie der N.L.F. Hoewel ingezien wordt, dat een overdracht voor de Yer- v'en in zelceren zin een °^er beteekent, wordt dit unaniem, gezien de huidige ontwikkeling, als een juiste gang van zaken beschouwd. Dit punt geeft tevens gelegenheid de meeningen der aanwezigen te peilen over de vraag hoe men zich deze ontwikkeling heeft voorgesteld. Algemeen gaan de gedachten uit naar de mogelijkheid tot het vormen van één groote wetenschappelijke orga nisatie met daarnaast, voorzoover noodig, groepeeringen voor speciale belangen. Deze ontwikkeling zou zich geleidelijk kunnen voltrekken, de basis daarvoor wordt in de huidige constellatie aanwezig geacht en de overdracht van het tijd schrift als een der phasen beschouwd. Gaarne zou men dan ook zien dat deze regeling tot stand kwam. Zoo niet, dan zouden wellicht in de toekomst de motieven voor een collectief abonnement kunnen komen te vervallen. Een voorstel om de mogelijkheid te openen alle civiel-landmeters, dus ook hen die in vasten dienst van het Kadaster zijn, eventueel met de restrictie, dat zij reeds eerder lid van de vereeniging van civ.-landm. moeten zijn geweest, toe te laten als lid, kan geen meerderheid verkrijgen. Besloten wordt de theodoliet niet te verkoopen, aangezien er leden zijn, die er in de toekomst gebruik van kunnen maken. Wel zal aan niet-leden verhuurd kunnen worden. Bij de bestuursverkiezing treedt het geheele bestuur af, de penningmeester is reglementair niet meer herkiesbaar. Door een aantal leden wordt voorgesteld voorzitter en secretaris te handhaven en als penningmeester den heer Rienstra te benoemen. Aldus besloten. De secretaris zal de vereeniging in het Hoofdbestuur der N.L.F. blijven ver tegenwoordigen. Na de rondvraag wordt tenslotte deze geanimeerde vergadering gesloten. De Secretaris R. J. RIENKS. De laatste algemeene bijeenkomst van de Federatie werd gehouden op 4 Maart 1944 te Utrecht. Op deze vergadering hield Prof. J. M. Tienstra een voordracht over „Grepen uit de waamemingsrekening" en uitte de heer O.J. Jonas zijn ideeën over de „Doelstelling van het Kadaster". Door de stijgende spanningen in den oorlogstoestand kon het Hoofdbestuur daarna niet veel meer in behandeling nemen. Het examen voor Landmeettech- nicus kon in den zomer van 1944 niet worden voleindigd, terwijl verschillende leden van het Hoofdbestuur in het laatste halfjaar van den oorlog van hun woonplaatsen werden verdreven en zich min of meer verdekt moesten opstellen. Gelukkig bracht het voorjaar van 1945 de verlossing en spoedig daarna hadden de bestuursleden wederom onderling contact. Op 2 November 1945 kwam het Hoofdbestuur wederom bijeen in Utrecht, waar besloten werd in het voorjaar van 1946 een congres te organiseeren en waar de heer R. Roelofs een verslag uitbracht van het tweede examen voor Landmeettechnicus, dat in den afgeloopen zomer was beëindigd. Het Dagelijksch Bestuur heeft een request gericht aan den Minister van Fi nanciën voor het verkrijgen van buitengewoon verlof voor landmeters van het Kadaster die examineeren voor het N.L.F.-diploma.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1946 | | pagina 44