RECHT EN AD MlNISTRA TIE.
■I
J. Gorter, Ingenieur-Verificateur van het Kadaster te Arnhem:
De herverkaveling van Walcheren.
Toen mij van het Dagelijksch Bestuur der N.L.F. het verzoek
bereikte om in deze vergadering een voordracht te houden over de
herverkaveling van Walcheren, meende ik daartegen aanvankelijk
bedenkingen te moeten maken. Op landmeetkundig gebied is er nog
niets bijzonders te vertellen van deze herverkaveling, welke zelfs
nog niet wettelijk geregeld is. Deze regeling is weliswaar in voor
bereiding, maar aangezien zij de Staten-Generaal nog niet bereikte,
moet ook een bespreking daarvan achterwege blijven.
Intusschen zijn er wél de feiten en de vraagstukken verbonden
aan den wederopbouw van Walcheren. En de omstandigheid, dat
de kadastrale ruilverkavelingsdienst een groot aandeel zal hebben,
en al heeft, in dit grootsche werk, in het bijzonder in dat van den
agrarischen wederopbouw, rechtvaardigt dan toch wel het houden
van deze voordracht op deze plaats.
We kunnen aannemen dat het in Middelburg gevestigde bureau
van den Ruilverkavelingsdienst een bezetting van ongeveer 15 man,
landmeters en teekenaars, zal behoeven en gedurende 7 a 8 jaar als
centraal punt van de uitvoering een zware taak zal hebben te ver
vullen.
Het stemt tot groote voldoening, dat het bureau grootendeels
bezet zal kunnen worden door ambtenaren die zich daarvoor geheel
vrijwillig aangemeld hebben, aangetrokken als zij zich ondanks de
vele bezwaren gevoelden om mede te mogen arbeiden aan het her
stel en de vernieuwing van het door den oorlog zoo zwaar ge
teisterde eiland.
Ik wil U in het kort de gebeurtenissen in herinnering brengen.
Reeds herhaalde malen in onze geschiedenis, van den tijd der
Noormannen af, moest Walcheren de gevolgen ondervinden van
de belangrijkheid zijner ligging als sleutelpositie t.a.v. de Schelde,
den toegangsweg naar Antwerpen.
In 1944 ging het zelfs om de beslissing van den grooten wereld
oorlog en het eiland was dan ook door de Duitschers in sterken
staat van tegenweer gebracht. Om Walcheren zoo spoedig mogelijk
in bezit te krijgen, zat er voor de geallieerden niets anders op dan
inundatie.
Op 2 October 1944 werden boven geheel Zeeland pamfletten
door de R.A.F. uitgeworpen om de bevolking te waarschuwen en
op 3 October nam de vernieling een aanvang.
(Voordracht voor het Congres van de Nederlandsche Landmeetkundige
Federatie op 11 Mei 1946.)