5
Dien dag werd de Westkappelsche Zeedijk door vliegtuigen ge
bombardeerd met 6 tons bommen. Er ontstond een gat van 100
meter, waardoor bij hoog water 500 m3/sec binnenstroomde. Voor
een snelle inundatie was dit nog lang niet voldoende en zoo ver
schenen op 7 October ten tweeden male bombardementsvliegtui
gen met als resultaat een gat van 50 meter in den Nolledijk ten
Westen van Vlissingen en een gat van 300 meter in den dijk
bij Fort Rammekens. Nog was dit niet voldoende en zoo werd op
11 October de ramp voltooid door het bombardement tusschen
Veere en Vrouwenpolder, waar een gat van 400 meter ontstond.
Spoedig was nu het geheele eiland, behalve een noordoostelijk
gedeelte, de duinranden en eenige hooger gelegen stads- en dorps
kernen aan het water overgeleverd en konden eb- en vloedstroom
hun vernielende werking aanvangen.
Hierin ligt het groote verschil met andere inundaties. Er vorm
den zich bij de doorbraakplaatsen breede en diepe geulen, welke
voor het meerendeel niet gedicht kunnen worden en dus een blij
vend aandenken aan den oorlog zullen vormen. Verder zijn vele
hectaren onder het zand bedolven. Ook die zijn in vele gevallen
voor de cultuur verloren.
Begin November vonden diverse landingen door de geallieerden
plaats. Het pleit was spoedig beslecht. Den zesden November capi
tuleerde de vijand te Middelburg.
Onmiddellijk is daarna het herstel der dijken, waarin de gaten
dagelijks grooter werden, aangepakt. Successievelijk werden ze ge
sloten op 2 October 1945 (Nolledijk, 250 m), 12 October 1945
Westkapelle, 150 m), 23 October 1945 (Veere, 900 m), 24 Ja
nuari 1946 (Rammekens, 750 m).
We moeten diepe bewondering hebben voor hetgeen hier on
danks de ontzaglijk moeilijke omstandigheden in zoo korten tijd is
tot stand gebracht.
Reeds in het najaar van 1945 kwamen de ongeveer 13000 ha ten
westen van het Kanaal door Walcheren droog, wat voor de ont-
zilting der gronden van belang is geweest, nu de afgeloopen winter
veel sneeuw en regen bracht. Ook zijn door de snelle drooglegging
vele gebouwen voor totale verwoesting gespaard gebleven. De vaak
lager gelegen boerderijen hebben, zoo ze niet totaal vernield zijn,
toch heel wat meer geleden dan de hooger gelegen dorpskommen.
De schade toegebracht in het overige gebied de Zuidwatering,
groot ca 2000 ha zal aanzienlijk grooter blijken te zijn. Ook dit
gedeelte is thans nagenoeg van het water bevrijd.
Men moet het echter zelf gezien hebben om goed te kunnen be
seffen, welk een verwoesting op Walcheren én door het oorlogs
geweld én door het water is aangericht.
Met het herstel van gebouwen en herbouw, en met het weder in
goeden cultuurtoestand brengen van den grond zullen jaren ge
moeid zijn, maar Walcheren zal pas Walcheren weer. zijn als hoo
rnen en struiken aan het landschap weer zijn bekoring hebben ge-