74
ordinaat uitgezet het verschil tusschen de uitkomst van elke plani-
metreering en het gemiddelde van alle uitkomsten. De verkregen
punten (omcirkeld) zijn verbonden door rechte lijnstukken, die te
zamen een gebroken lijn vormen.
Zeer duidelijk is een systematisch verloop te zien.
Om te demonstreeren, dat dit systematische verloop kan worden
verklaard met de excentriciteitstheorie die in het voorgaande is
ontwikkeld, werd in beide figuren 6 en 7 de uit de theorie gevonden
kromme van figuur 5, na schaalverandering in z/-richting en ver
schuiving in x-richting, op het oog op de gebroken lijnen ingepast.
Men ziet, dat binnen de marge der meetnauwkeurigheid de ge
broken lijnen bevredigend door de krommen worden gedekt.
De genoemde schaalverandering, die bij deze inpassing moest
worden toegepast, is een maat voor de grootte van de lineaire ex
centriciteit van de poolschijf der planimeters. Uit een eenvoudige
berekening aan de hand van de in dit opstel gegeven formules
volgde, dat voor de onderzochte planimeters de lineaire excentrici
teit van de poolschijf bedroeg 0,024 resp. 0,049 mm.
Eindbeschouwingen.
Uit de theoretische beschouwingen in dit artikel blijkt, dat de
excentriciteit van de poolschijf een systematische fout in de uit
komst der planimetreering veroorzaakt. De grootte van deze syste
matische fout hangt o.m. af van het gebruikte gedeelte van de pool
schijf en van vorm en grootte van de geplanimetreerde figuur. Voor
een cirkelvormige figuur werd het verloop van de systematische fout
bij gebruik van verschillende gedeelten van de poolschijf theoretisch
en practisch bepaald. Het bleek, dat de theorie de in de practijk ge
constateerde fouten bevredigend kan verklaren.
Verder bleek, dat de systematische fout kan worden geëlimineerd
door twee planimetreeringen uit te voeren bij diametrale standen
van de poolschijf en de resultaten te middelen. Op analoge wijze
kan de invloed van de excentriciteit van het rondsel worden geëli
mineerd.
Dit leidt dus tot het volgende voorschrift voor het gebruik van
den schijfpoolplanimeter:
Er worden (minstens) twee planimetreeringen uitgevoerd. Na
de eerste meting worden de poolschijf en de draaischijf (en ook het
rolletje) 2009 gedraaid. Het gemiddelde van de uitkomsten van
beide metingen wordt aangehouden.
Tenslotte nog eenige practische opmerkingen. Teneinde de pool
schijf 200» te kunnen draaien, worden er aan den rand twee diame
trale streepjes (indices) en daarnaast de cijfers 1 resp. 2 op inge-