80
~[xx]\
2 41
Als controle op de berekening transformeert men van het oor
spronkelijke stelsel naar het stelsel, dat de gevonden rechte tot
X-as heeft en wel alleen voor zoover de ordinaten in het nieuwe
stelsel betreft. Als begin- en eindpunt neemt men het zwaartepunt.
Hiertoe noteert men in de eerste kolom p sin \p en q cos
Tenslotte sommeert men de aldus gevonden v's. De som moet nul
zijn, behoudens een afrondingsverschil.
Enkele bijzonderheden.
1. Uit tg 2 kunnen twee waarden volgen voor 2 tp (elk k
X 400 gr) en dus ook voor (elk k X 200 gr). Het tweede
argument \p is dat van de rechte die in het zwaartepunt loodrecht
staat op de gevraagde rechte en vvmax oplevert. In den regel
zal men op grond van de situatie onmiddellijk weten, welke \p men
hebben moet. Is dit niet het geval, dan houde men zich aan den
regel, dat men die waarde voor 2 p opschrijft, waarvan de cosinus
hetzelfde teeken heeft als de reeds berekende waarde voor ^![T Y]
[XX]\. Immers uit de eerste afgeleide j [Y F] [XX] j sin 2 \p
2 [XY] cos 2 \f, korter aangeduid door N sin 2 ip T cos 2
volgt de tweede afgeleide, die voor een minimum ^>0 moet zijn:
Gegeven stelsel
Nieuwe stelsel
j\[YY]
tg 2 ip
■f 14128,6697
15,7974
26229,68
131148,38
46559,93
232799,65
Z
[P]
0,000
X754.510
245,466
95,9754
47,9877
25893,01
- 336,67
46201,24
358,69
A
0.X76
160,623
X839.401
A.
p s injj -
qcos\p
0,684407
0,729101
26113,28
- 116,40
46435,93
124,00
B
B
0,000
129,387
X870.672
26290,66
60,98
46624,98
65,05
C
C
0,059
75,216
X24.822
26393,77
164,09
46734,88
174,95
D
D
0,097
46,362
X53.418
26457,66
227,98
46802,62
242,69
E
X.877
X833.901
166,220
26229,68
46559,93
Z
0,000
M =0,009