88 doel moge bekomen, waarvoor het ingericht wordt, maar tevens die banden van innige vriendschap kunnen verstevigen, iets, waarnaar thans meer dan ooit zoo groote behoefte is, om de lijdende harten op te beuren." Een groote verrassing voor de congressisten is een brief, ontvangen van de geïnterneerde hoofdbestuursleden, de Heeren Prof. Ir. W. Schermerhom en O. Jonas. deze brier, waarin de commissies een vruchtbare bespreking wordt oegewenscht en gewaarschuwd wordt tegen een te groote specialisatie door het invoeren van een examen voor landmeetkundig rekenaar, wordt door den V o o r- z 111 e r voorgelezen. Zijn voorstel, dezen brief, evenals dien van den Heer Van noecke uit naam van de aanwezige congressisten te beantwoorden, wordt onder applaus aangenomen. De Voorzitter memoreert de opheffing van de Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde en van de Vereeniging van Hoofdambtenaren van het Kadas ter, waardoor de Federatie twee van haar leden heeft verloren. Met de Ver eeniging van Landmeters van het Kadaster in Ned. O. Indië is reeds eenige jaren geen contact meer mogelijk. Intusschen is het een gelukkige omstandigheid, dat de twee resteerende vereenigingen intact zijn gebleven. De wnd Secretaris leest het onderstaande jaarverslag voor: Verslag over den toestand en de verrichtingen der Federatie, uitgebracht op het 5e congres te Utrecht op 11 September 1942. In het afgeloopen jaar heeft de Federatie in verschillende opzichten den in vloed van de buitengewone omstandigheden moeten ondervinden, zoodat van een groote activiteit in het vereenigingsleven geen sprake kon zijn. Een zeer ernstig ledenverlies was het gevolg van de ontbinding op 21 Mei j.l. van de Centrale van Hoogere Rijksambtenaren met de bij haar aangesloten organisaties door den Commissaris voor niet-commercieele vereenigingen en stich tingen. Door dezen maatregel werden o.a. de Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde en de Vereeniging van Hoofdambtenaren van het Kadaster ge troffen en verloor onze Federatie twee van de bij haar aangesloten vereenigingen, waaronder die met het grootste aantal leden. Bedenkt men, dat de Federatie reeds eenige jaren elk contact met de Vereeniging van Landmeters van het Kadaster in Ned. Indië heeft verloren, dan blijkt het aantal actieve leden nog slechts twee te zijn, de Vereeniging van Civiel-Landmeters en de Ned. Vereeniging voor Fotogrammetrie. Hoewel sterk geknot, heeft de Federatie echter haar beteekenis nog niet ver loren, temeer waar verwacht mag worden, dat de nog resteerende vereenigingen nog in ledenaantal zullen toenemen. Als gevolg van de opheffing van de Vereeniging voor K. en L. en het daar door niet meer verschijnen van het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde verloor de Nederlandsche landmeetkundige wereld een periodiek die moeilijk koog genoeg geschat kan worden, niet alleen als wetenschappelijk document, maar ook als een bij uitstek geschikt middel van contact tusschen de vakgenoo- ten. De Federatie mist daardoor haar officieel orgaan, terwijl het zoo goed als uitgesloten is, in den tegenwoordigen tijd deze leemte op een of andere wijze aan te vullen. Van de conclusies en besprekingen van het vorige congres waren er eenige die van het Hoofdbestuur maatregelen eischten. Het voorstel van den Heer Fortuin tot vorming van een kleine commissie ter bestudeering en aanbeveling van kleine uitvindingen, gaf het Hoofdbestuur aan leiding de Heeren Fortuin en Kruidhof te verzoeken in een dergelijke commissie zitting te willen nemen, aan welke uitnoodiging door beide Heeren werd gevolg gegeven. Verder werd op het vorige congres de wenschelijkheid betoogd van een ver zoek van het Hoofdbestuur aan het Departement om de seinen bij het uitbakenen van meetlijnen, zooals deze in het advies van de Heeren Hoving en Schuurman over het rapport van den Heer Hof in 1939 waren opgenomen, officieel te doen invoeren. Waar deze kwestie niet slechts uit kadastraal doch ook uit algemeen landmeetkundig oogpunt van belang is, kwam het het Hoofdbestuur nuttig voor, te trachten de seinen in een normaalblad opgenomen te krijgen, waarna alle be langhebbende dienstleidingen, daarnaar verwijzende, een officieel voorschrift zul-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1946 | | pagina 88