92 jaren practijk, waarvan 150 velddagen. 6. Organisatie van het examen. De Heer De Korver merkt op, dat in bijlage IV waterpassen en detailmeten verwisseld zijn. 7, 8 en 9 geven geen aanleiding tot opmerkingen. 10. Vorm van het uit te reiken diploma. De Heer Witt ziet den naam gaarne in het midden van het diploma. 11. Kostenberekening en financiering van het examen. De Voorzitter vestigt er de aandacht op, dat dit punt niet onbeteekenend is voor de kas van de Federatie. De kosten bedragen ongeveer ƒ400.per examen. De Heer Witt is van meening, dat deze kosten gemakkelijk door de candi- daten kunnen worden gedragen. 12. Dit punt kan, aldus de Voorzitter, beter op de slotzitting worden afgedaan. v De Voorzitter stelt voor de besprekingen thans te eindigen. Hij dankt de aanwezigen voor hun opkomst en opmerkingen en sluit vervolgens de ver gadering. (w.g. P. Ilmer.) Na de lunch vergadert de Commissie voor Potogrammetrie. (Voorzitter de Heer Ir B. Scherpbier, rapporteur de Heer R. Iwema.) Het door den rapporteur opgemaakte verslag volgt hieronder: De Voorzitter, de Heer Ir B. Scherpbier, opent de vergadering en geeft het woord aan den Heer Th. Verstelle, die zijn rapport „Astrono mische plaatsbepaling ten behoeve van luchtkaarteering" illustreert met lantaren plaatjes en een filmpje. De toelichting moest wegens tijdnood kort zijn. De Voorzitter dankt den Heer Verstelle voor zijn voordracht, naar voren brengende dat blijkbaar het werk door hem verricht, hooge eischen stelde aan lichaam en geest. Aan de discussie werd deelgenomen door de Heeren Ir B. Scherpbier, R. Roelofs en Prof. Ir J. H. G. Schepers. Op een vraag van den Heer Scherpbier deelt de Heer Verstelle mede het definitieve azimuth in eenige stappen van benadering te berekenen, daarbij een eerste benadering voor de breedte uitpassende van een bestaande kaart. De Heer Roelofs merkte hierbij nog op, dat men den invloed van een fout in de breedte op het azimuth kan elimineeren door de zonswaamemingen des ochtends en des middags, bij ongeveer gelijke zonshoogte, te verrichten. Van deze methode was door den Heer Verstelle ook eenige malen gebruik gemaakt. Prof. Schepers prefereerde tijdsbepaling door waarnemingen in de eerste verticaal, omdat men bij de methode van tijdbepaling uit meridiaandoorgangen een azimuthaal zeer stabiele opstelling van het instrument noodig heeft, hetgeen in de rimboe moeilijk te bereiken is. Volgens zijn persoonlijke ervaring vertoonde zelfs een steenen pilaartje een hinderlijke pijlerdraaiing. De Heer Verstelle gebruikte een statief van djatihout met beton gefun deerd en had voor controle op pijlerdraaiing op een ongeveer 6 km verwijderd nachtmerk geen grooter bedrag kunnen constateeren dan 1 Bovendien is uit de gevonden middelbare fouten in het eindresultaat wel gebleken, dat de pijler draaiing zeer gering moet zijn geweest. Den afstand tusschen de astronomische stations vond Prof. Schepers in verband met de vooropgezette nauwkeurigheidseischen rijkelijk klein, terwijl de triangulatie van den Hydrogr. Dienst tengevolge van loodafwijking wel belang rijk verschoven zou kunnen zijn t.o.v. de door Verstelle bepaalde astronomische stations; door beide tegelijk te gebruiken zou een heterogene grondslag ontstaan kunnen zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1946 | | pagina 92