LA ND MEE TKUN DE
Het gebruik van luchtfoto's in de bodemkunde.
Prof. d r C. H. Edelman, Hoogleraar
aan de Landbouwhogeschool te Wageningen:
(Uittreksel van een lezing gehouden voor de vergadering van de Nederlandse
Vereniging voor Fotogrammetrie op 28 November 1946 te Amsterdam.)
Een der richtingen in het onderzoek van de bodem, die in de
laatste tientallen jaren in betekenis is toegenomen en thans ook in
Nederland alle aandacht ondervindt, is de bodemkaartering. Daar
mede wordt bedoeld het vervaardigen van kaarten waarop de ver
schillen in bodemgesteldheid staan aangegeven. Dergelijke kaarten
dienen vele belangen, die hier niet nader uiteengezet zullen worden.
Wie in dit onderwerp belang stelt, leze ons uitgebreide artikel in
Cultivator 1945, getiteld: „De bodemkaartering in Nederland" en
los verkrijgbaar bij de Wageningse Hogeschoolvereniging, na
overschrijving van 0.50 op postrekening 473249 ten name van
Mej. D. de Boer, Wageningen. In het genoemde artikel kan men
ook lezen, hoe de kaarten tot stand komen.
De bodemkaartering is in ons land opgedragen aan de Stichting
voor Bodemkaartering te Wageningen, waarvan wij het genoegen
hebben als Directeur op te treden. Genoemde Stichting ressorteert
onder het Departement van Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening, maar in het Bestuur zijn ook andere Departementen ver
tegenwoordigd.
Voor de bodemkaartering is van het grootste belang, dat men
beschikt over goede werkkaarten. In zijn belangrijke dissertatie
(Bodemkunde en bodemkaartering in hoofdzaak van Wageningen
en omgeving, Wageningen 1936) heeft wijlen W. A. J. Oosting
een afzonderlijk hoofdstuk aan dit onderwerp gewijd. De destijds
bestaande topografische kaarten, alsmede de kadasterkaarten, zijn
voor ons doel niet voldoende, tengevolge van de bekende fouten, die
wij hier niet nader behoeven te beschrijven. De bodemkaartering
kan ook niet wachten op toekomstige goede kaarten, al zien We
met de grootste belangstelling de verwezenlijking van de plannen
voor een goede basiskaart van Nederland 1 10000 tegemoet.
De Stichting voor Bodemkaartering beschouwt dan ook het ver
krijgen van goede werkkaarten voor de uit te voeren kaarteringen
als een zaakJ van het grootste belang. Onze collega Professor A.
Kruidhof heeft zich in zijn inaugurale rede over „de Landmeetkunde
in vogelvlucht" uitvoerig met dit probleem bezig gehouden en de
vrees uitgesproken, dat veel moeizaam kaarteringswerk te zijner
tijd zal moeten worden herhaald/omdat de waarnemingen achteraf
niet op een goede kaart zullen kunnen worden overgebracht.