98
In zijn rede beschouwde hij echter de collecties ontschrankte
luchtfoto's die zich in ons land bevinden, als redders in de nood.
Uit deze ontschrankte luchtfoto's kunnen waarschijnlijk werkkaar
ten voor onze kaartering worden afgeleid, die aan redelijke eisen
voldoen en waarvan de kosten niet al te zwaar op het bodemkundig
werk drukken. Door samenwerking met bestaande deskundige kar-
tografische instellingen, zoals de Topografische Dienst en de Meet
kundige Dienst van de Rijkswaterstaat en in nauw overleg met
collega Kruidhof hopen wij het werkkaartenprobleem in alle voorko
mende gevallen te kunnen oplossen.
De Stichting voor Bodemkaartering beschikt over een uitgebreid
luchtfotoarchief, waarin een deel van het oorlogsmateriaal van de
geallieerde luchtmacht terecht is gekomen. Daaronder bevinden zich
prachtige collecties, o.m. op schaal 1 7800. Helaas is dit materiaal
niet ontschrankt, zodat het tot nu toe niet rechtstreeks voor het
samenstellen van onze werkkaarten kan dienen. Daartoe zijn wij
dus aangewezen op de bestaande oudere luchtfotocollecties.
De bodemkaarten zullen in de toekomst gepubliceerd worden en
daarbij doet zich de vraag naar de topografische grondslag voor.
Wij nemen aan, dat de vakkundig samengestelde werkkaarten te
vens bruikbaar zullen zijn als topografische grondslag voor de uit te
geven kaarten. Op die manier hopen wij ook het tekenwerk tot het
uiterst) noodzakelijke te beperken.
Tot nu toe heeft ons betoog weinig verschil vertoond met dat van
iedere andere belangstellende in goede kaarten. De luchtfoto*heeft
echter veel speciale attracties voor de bodemkundige. De eerste die
wij willen bespreken, heeft betrekking op het reliëf van het land.
Het grootste reliëf, dat op topografische kaarten met hoogtelijnen
wordt voorgesteld, is voor de bodemkunde natuurlijk van belang,
maar wanneer een bodemkundige over het reliëf spreekt, dan be
doelt hij gewoonlijk het microreliëf van het zogenaamde vlakke
land, dat weinig bekend is en op topografische kaarten gewoonlijk
niet wordt aangeduid, trouwens ook niet kan worden aangeduid.
Dit microreliëf kan op verschillende wijzen ontstaan, maar steeds
hangt het ten nauwste samen met vaak zeer belangrijke verschillen
in de grondgesteldheid. Wanneer men dus in het terrein of met
behulp van luchtfoto's een overzicht over het microreliëf krijgt,
wordt de opsporing van de belangrijkste grondverschillen zeer
vereenvoudigd.
De meest directe waarneming over het microreliëf met behulp
van luchtfoto's betreft de slootwanden. In het Hollandse klei-veen-
landschap komt de klei veelal voor als smalle langgestrekte ruggen.
Dit microreliëf is door ongelijkmatige inklinking ontstaan. De rug
gen zijn in het veld betrekkelijk gemakkelijk te volgen, maar toch
wordt het werk zeer vereenvoudigd, wanneer men tevoren op de
luchtfoto's de snijpunten van de kleiruggen met de sloten vast
stelt, hetgeen uit de hoogte van de wanden van de sloten direct
zichtbaar is. Dergelijke „inversielandschappen" zijn er in Nederland
verscheidene en hun onderzoek wordt door de studie van de lucht
foto's zeer vergemakkelijkt.