99
De bedoelde waarnemingen kunnen in het algemeen op alle be
schikbare luchtfoto's worden verricht, onafhankelijk van de datum
van opneming. Aangezien het microreliëf een nauwe samenhang
vertoont met de belangrijkste grondverschillen, is de begroeiing
op dergelijke ruggen vaak anders ontwikkeld dan in de omgeving.
Veelal is het gras vroeger dan op de lagere terreingedeelten, hetgeen
op voorjaarsfoto's vaak mooi te zien is. In dit geval behoeft men
zich niet met de-hoogte van de slootkanten te behelpen. Dergelijke
waarnemingen kan men uiteraard niet aan alle foto's verrichten.
Het beschikbare materiaal kan toevallig geschikt zijn, het kan ook
juist op het verkeerde moment opgenomen zijn.
De talrijke series luchtfoto's die de geallieerde luchtmacht in de
periode September '44-ApriI '45 van het centrale deel van Neder
land heeft laten nemen, hebben ons materiaal van grote waarde
geleverd. Sommige series vertonen geen spoor van de bedoelde bij
zondere ontwikkeling van de begroeiing, terwijl andere de prachtig
ste verschillen laten zien. In het algemeen zijn de grondverschillen
het mooist te zien na een natte periode bij opdrogend weer in het
voorjaar.
De winter 1944- 45 was voor vele gebieden geheel abnormaal
vanwege inundaties, maar ook tengevolge van het brandstofgebrek
van de gemalen. Veel land stond dras of onder water, uitsluitend
tengevolge van de „kwel". Uiteraard waren dit de laagste terrein
gedeelten. Het microreliëf is op deze wijze tal van malen prachtig
gefotografeerd. In de vorige eeuw trad een dergelijke hydrologische
toestand vrijwel iedere winter op, maar de afwatering is in de loop
der jaren zo verbeterd, dat een toestand zoals die van de winter
1944- 45 aan weinig mensen uit eigen aanschouwing meer bekend
was. Thans liggen deze toestanden voor goed op het geallieerde
luchtfotomateriaal vast.
Geen waterpassing weegt op tegen de fijnheid van aanpassing
van het vrije wateroppervlak aan de vormen van het micro reliëf.
De inundatiefoto's leveren ook vaak een mooi beeld van het micro
reliëf, doordat de ruggen veel minder diep in het water zaten dan
de laagten, ja soms boven het water uitstaken.
In het voorjaar ligt een deel van het bouwland nog onbezaaid
en vertoont de luchtfoto het directe beeld van de grond zelf. Een
der medewerkers van de Stichting voor Bodemkaartering, de heer
K. Hoeksema, heeft het zo uitgebreide luchtfotomateriaal van de
Bommelerwaard zorgvuldig bestudeerd, mede in verband met de
eigenaardige tintverschillen in deze akkers. Soms zijn zandige stro
ken donkerder dan de omgeving, soms juist lichter. De kwel kan
hiervan de oorzaak zijn, ook het onkruid. Enige weken later kan
tengevolge van weersverandering het effect precies omgekeerd zijn.
In het algemeen kan men zeggen, dat tintverschillen in de foto's
steeds een reële bodemkundige betekenis hebben, maar dat men
niet van zijn schrijftafel af kan uitmaken van welke aard deze
grondverschillen zijn. De luchtfoto vormt een belangrijk hulpmiddel,
maar kan het terreinwerk uiteraard niet vervangen.
Prachtige grondverschillen van deze soort fotografeert men ook