103 in het terrein nog ééns aangevuld, zodat men aan de juiste voorstel ling der details in dit gebied niet behoeft te twijfelen. Anders staat het met het niet door de inheemse landbouw in cul- tuur gebrachte gebied. Zowel de horizontale als de verticale vormen werden om redenen van tijdsbesparing en personeelsgebrek veelal overgenomen van een vorige druk en deze berustte dan soms Weer op een nog oudere. Zodoende zijn er zelfs nog stukken van de eerste, in 1853 aangevangen opneming in de huidige kaarten Ver werkt. De horizontale en verticale voorstelling van het bergterrein van Java is dan ook zeer verschillend van kwaliteit: naast zeer goede bladen vindt men er kaarten bij die niet meer dan de naam van vluchtige terreinschetsen verdienen. Tot de beste behoren bijvoor beeld een aantal van de eerste bladen van.de in 1896 in Midden- Java begonnen heropneming van Java. Daarnaast zijn er echter ook vele zeer gebrekkige, wat wel blijkt zodra eens incidenteel een stuk bergterrein zeer nauwkeurig opnieuw wordt opgenomen. Dit was bijvoorbeeld het geval met de oostelijke helling van het Yang-hoog- land, dat jaren lang oefenterrein van de opleidingsbrigade was en zodoende zeer gedetailleerd werd opgenomen. Deze nieuwe opne ming werd gebruikt voor de herziening van het topografische blad 57/XLII D, dat voor het Yang-gebergte geheel verschilt van de oude uitgave en dat dan ook in het geheel niet aan het aansluitende oude blad past: waar aan de ene zijde van de bladgrens een berg rug ligt, vindt men aan de andere zijde soms juist een ravijn (fig. 1 Bij de nieuwe opneming van een blad aan de zuidkust van Kediri bleken bijvoorbeeld niet alleen de bergruggen anders te lopen, maar bleek zelfs een in zee uitstekende kaap op de oude kaart geheel te ontbreken. Veelal ziet men aan de vorm der bergtekening reeds, waar deze sterk schematisch is (als voorbeeld noem ik die van de buitenhelling van het Idjen-massief, fig. 2), elders weer blijken verschillende ge deelten van een homogeen gebouwd gebergte op geheel verschil lende wijze weergegeven te zijn, al naar de topograaf die er aan heeft gewerkt (fig. 3). Het is duidelijk dat in deze terreinen de topografische kaart on bruikbaar is voor enig technisch doel, zoals bijvoorbeeld het tra ceren van wegen, het ontwerpen van irrigatiewerken, de aanleg van bossen of het uitbreiden van cultuurgrond. Daardoor lijdt ook het vertrouwen in de topografische kaarten van die terreinen waar deze wel goed zijn, daar de gebruikers meestal niet in staat zijn de be trouwbaarheid en bruikbaarheid van de topografische kaarten in deze verschillende terreinen te beoordelen en te onderscheiden. Ver schillende instellingen hadden dan ook eigen opnemingsdiensten ingesteld om voor hun doeleinden bruikbare kaarten te verkrijgen, zoals bijvoorbeeld het Boswezen, de Waterstaat, het Vulkanolo- gisch Onderzoek enz, Geheel vervallen kunnen deze trouwens nooit, daal- elk van deze diensten kaarten van een zeer eigen karakter no dig heeft. Was er dan ook ergens een nieuw technisch werk aangelegd, .zo als een nieuwe weg, een nieuw irrigatiekanaal, dan bleek dit vaak

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 109