104 in het geheel niet op de oude kaart te passen, zodat bij een Vol gende herziening ook de gehele omgeving nieuw opgenomen moest worden; dit nieuw gemeten gebied moest dan op de een of andere wijze aan het verder af gelegen en daardoor niet herziene gebied aangesloten worden, voor zover er althans geen personeel beschik baar was om het bergterrein van het gehele blad te hermeten. Om tenslotte een werkelijk betrouwbare topografische kaart van Java te verkrijgen, dient dus althans het gehele niet-gecultiveerde gedeelte geheel nieuw opgenomen te worden, en wel, daar het een ^XaAa aJ NYv moeilijk en onoverzichtelijk gebied betreft, fotogrammetrisch. Op foto's niet zichtbare details (zoals bospaden) worden dan ter- restrisch bijgemeten, voor zover ze niet van bestaande kaarten, zoals bv. die van het Boswezen, overgenomen kunnen worden. Bij het opstellen van het programma van wat elk jaar uit de lucht gefoto grafeerd zal worden, zal het dan ook gewenst zijn dat in de toe komst steeds een plaats aan een stukje van Java wordt ingeruimd. Een tweede bezwaar van vele bladen der topografische kaart van Java is, dat deze vaak zeer verouderd zijn. Maar al te vaak werd vroeger de beoordeling van de vraag of een blad opnieuw in het terrein herzien moest worden, afhankelijk gesteld van de nog aan wezige voorraad, en niet van de hoeveelheid veranderingen die het terrein zelf had ondergaan. Zo kon het gebeuren dat in 1940 nog een blad in gebruik was uit 1898, en nog wel van een belangrijk gebied, nl. de vlakte van Banjoemas, waarop later door middel van een opdruk de spoorweg in aanleg van Cheribon naar Kroja was aangebracht, n.b. de hoofdspoorweg van Java! Zo was er ook nog lang een blad in gebruik van een uitgestrekt moerasgebied langs de Tjitandoej ten ZO van Bandjar, dat in werkelijkheid reeds in een cultuurgebied was herschapen, met sawahs, wegen en kampongs; en evenzo een blad van een dorre vlakte met kreupelhout ten W. Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig. 1. Rechts: fragment van blad 57/XLII D, schaal 1 50.000, herzien in 1928-'31; links: aansluitend gedeelte van blad 57/XLII C, waarvan de terrein voorstelling voor een deel is overgenomen van de oudste opneming uit de jaren 1875-'83. Fig. 2. Schematische reliëf-voorstelling op blad 59/XLIII A (Oost-Java), schaal 1 50 000. Fig. 3. Fragment van blad 59/XLIII B (Oost-Java), schaal 1 50 000, met verschillende terreinvoorstelling aan weerskanten van een grens. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 110