105
van Cheribon, die sindsdien door grote irrigatiekanalen doorsneden
en in cultuur gebracht werd. In dergelijke; gevallen zou een herzie
ning bovendien gemakkelijk zijn geweest, daar immers de gegevens
van de laatste landrenteherziening, die hoogstens 9 jaar oud zijn,
gereed lagen 1Is een gebied daarentegen geheel in cultuur ge
bracht, dan verandert het terrein blijkens de ervaring slechts wei
nig meer, daar het dan reeds optimaal gebruikt wordt en noch het
sawah-, noch het kampong-areaal meer voor uitbreiding vatbaar is.
Om aan het genoemde bezwaar gedeeltelijk tegemoet te komen,
werd in de laatste jaren voor de oorlog steeds meer gebruik ge
maakt van de z.g. „gewijzigde herdrukken"Hierbij werden, zodra
een blad herdrukt moest worden, de belangrijkste wijzigingen uit de
laatste landrenteherziening overgenomen en op de topografische
kaart overgebracht, dus zonder dat topografen hiervoor opnieuw het
terrein behoefden in te gaan; kleine, onbetekenende wijzigingen wer
den daarentegen niet overgenomen. Hierdoor krijgt de kaart wel is
waar een hybridisch karakter, daar gewijzigde details voorkomen
naast eenvoudigheidshalve onveranderd gelaten terreinobjecten,
maar de aldus bijgewerkte kaart is ten minste bruikbaarder dan de
oude.
Dit systeem faalt echter zodra een uitbreiding van het landrente
areaal heeft plaats gehad in heuvelig of bergachtig terrein. De
nieuwe details blijken dan weer niet te passen op de min of meer
schetsmatige bergtekening van de oude kaart. Zo is het eens voor
gekomen, dat een in nieuw landrentegebied nauwkeurig opgenomen
rivier, na overbrenging op de oude kaart juist naar de top van een
berg stroomde. In zo'n geval kan men niet anders doen dan of de
nieuwe gegevens ongebruikt laten liggen en de oude kaart onge
wijzigd herdrukken, of topografen aan ander werk onttrekken en
het blad toch in het terrein laten herzien. Inderdaad is het bij deze
gewijzigde herdrukken" dan ook in enkele gevallen voorgekomen,
dat een klein gedeelte toch in het terrein is herzien, bv. als een van
waterstaatskaarten overgenomen weg niet op de bestaande reliëf
tekening bleek te passen. Dit gedeelte moest dan weer op de een of
andere wijze aan de omgevende bergtekening worden aangesloten.
Het zal duidelijk zijn dat al deze moeilijkheden uit de weg ge
ruimd zijn, zodra eenmaal een goede fotogrammetrische weergave
van het reliëf bestaat. Alle nieuw ontstane details: wegen, irrigatie
leidingen, sawahs, paden, kampongs, enz. kunnen dan zonder meer
van de laatste landrenteherziening worden overgenomen en passen
dan automatisch in de eens voor al goed opgenomen reliëfvoorstel
ling. De herziening in het terrein kan dan tot zeer eenvoudige werk
zaamheden worden teruggebracht.
3. De topografische kaarten van de Buitengewesten.
Een deel van de bezwaren die van de topografische kaarten van
Java werden opgenoemd, gelden ook voor die van de Buitenge-
Met uitzondering van het gebied der enkele nog bestaande particuliere
landerijen.