Ill
kunnen deze een grote waarde hebben als er verder niets over het
afgebeelde stuk bekend is, en door ze aan te sluiten aan en in te
passen tussen nauwkeuriger bekende gegevens, kunnen ze zelf ook
weer grotere juistheid krijgen.
Moeilijker is het als er slechts twee even schetsmatige gegevens
van een gebied bestaan, die een onderling geheel verschillende
GEBRUIKTE GEGEVENS.
voorstelling geven. Welke van de twee benadert het meest de wer
kelijkheid, of moet een tussenvorm gekozen worden? Hierbij moet
men trachten na te gaan wat de waarnemer vermoedelijk zelf heeft
gezien en wat hij slechts heeft vermoed, hoe hij zich mogelijk vergist
kan hebben, bijvoorbeeld in het schatten van afstanden en richtin-
Schetskaart Dr. Alb. C. Kruijt 1:200 000, (uitg. 1916).
Opneming Ir. E. C. Abendanon en
topograaf J.J. Lefèvre 1:100000, 1909 (uitg. 1916).
Opneming Exp Prof. H A. Brouwer
(Verh. Geol. Mbk Gen. deel X) 1:135 000. 1929 (uitg. 1934).
L-l-'.-l Patrouillek. J. Valken en J.v.Budel 1:100 000.
Luit. G.A.|. Beukers 1:500 000. (uitg. 1920).
Schetskaart Noord en Midden Celebes 1:500 000, (uitg. 1919).
EMO Zeekaart No. 313 1 200 000.1908.1931 en 1933.
(uitg. 1938).
/—^r Kust volgens zeekaart No. 313
Fig. 5. Diagram der gebruikte gegevens van het schetskaartblad Boengkoe,
82-83/XXVI-XXVII. Uit: Jaarverslag Top. Dienst in N. I. over 1939.