117
ven werkzaamheden lapmiddelen waren en dat de kaartvoorziening
eerst dan verzekerd kan worden geacht, als de Topografische Dienst
zelf in staat zal zijn kaarten te drukken. Bij de mobilisatie was een
deel van het Reproductiebedrijf aan Goenoeng Sari te Batavia naar
Bandoeng overgebracht; bij de daarop volgende capitulatie werd het
te Batavia achtergelaten materieel zo grondig vernield, dat zelfs de
Japanners geen kans hebben gezien het weer in bedrijf te brengen.
Met behulp van elders aangevoerde persen enz. werd door hen een
klein gedeelte van het gebouwencomplex aan Goenoeng Sari weder
om ingericht en in bedrijf gesteld. Dit bedrijfje werd na de wapen
stilstand door de Engelsen bezet en is dat thans1nog, ondanks alle
verzoeken het over te geven. Het niet in bedrijf zijnde gedeelte
werd na enige oppositie2) tenslotte ultimo Mei aan de Topografi
sche Dienst overgedragen. De drukkerij, die vroeger al door de
wijze waarop zij uit een oude officierswoning was ontstaan geen
florissante indruk maakte, bood een troosteloos beeld van verwoes
ting en vernieling, en het heeft twee maanden hard werken gekost
om in deze chaos wat orde te scheppen. Een kleine Japanse offset
pers kon, na gereinigd te zijn, weer aan de gang worden gebracht,
en een kleine boekdrukpers kon zover worden hersteld, dat op 1
September met drukken kon worden begonnen.
In zulke gevallen kan alleen het toeval uitkomst brengen en het
geluk is de Topografische Dienst gunstig geweest. In Bandoeng
werd beslag gelegd op een sneldrukpers, die in 1940 reeds van
Batavia was overgebracht om daar in de in aanbouw zijnde nieuwe
gebouwen van de Topografische Dienst te worden gemonteerd.
Deze aanbouw is door de Japanners geheel afgebroken en de nieuwe
pers werd door hen in de Van Deventerschool, waarin zij de Topo
grafische Dienst in 1942 hadden ondergebracht, gemonteerd, maar
kon door hen niet in gebruik worden genomen omdat enkele inkt
rollen door het toenmalige Hoofd van het Reproductiebedrijf -
wijlen den Heer Th. J. Ouborg waren verborgen. Omtrent
Maart 1946 werd deze pers door ons in schandelijk verwaarloosde
toestand aangetroffen; zij is thans weer in uitstekende conditie op
de inktrollen na, waarvan enkele zo zwaar beschadigd waren dat
zij vernieuwd moeten worden.
Van de naar Bandoeng gevoerde glasnegatieven van kaarten
werden rond 600 stuks teruggevonden en verder nog een zeer groot
aantal moederbladen van kaarten. Bovengenoemde hoofdofficier
spoorde in Singapore, prachtig geholpen door de C.O.N.I.E.3)
onder vele andere nuttige zaken 4500 intact zijnde drukplaten, als
mede twee offsetpersen op. Helaas waren dit persen die voor de
oorlog feitelijk reeds buiten gebruik waren; maar deze kleine tegen
slag werd ruimschoots gecompenseerd doordat hij van Singapore
11 September 1945.
2) De vrees dat het Indonesisch personeel in staking zou gaan als de Neder
landers het bedrijf zouden betreden, bleek later geheel ongegrond te zijn geweest.
3) Commissie voor Overname van Nederlandsch-Indische eigendommen.