124
Sterk verouderde bladen van Sumatra) meer details gaven dan de
originele bladen, waarover het K.N.I.L. beschikte.
Gedurende de oorlog van 1914-1918 hebben de Geallieerden die
op bondgenootschappelijk terrein vochten, het nadeel van onvol
doende geografische gegevens lang niet zo zwaar gevoeld als de
Centrale Mogendheden en zij hebben na de oorlog en bij de. oor
logsvoorbereiding voor de tweede catastrophe dan ook onvoldoende
belangstelling daarvoor gehad. Niettegenstaande Arthur Hinks,
C.B.E., M.A., F.R.S., reeds in 1933 waarschuwt, dat de historie
der kartografie heeft uitgewezen, dat ,,the need of maps appears
most urgently in time of war," stond men zowel in Engeland als
Amerika voor het feit, dat „the dearth of topographical intelligence
in the early days of the war was a serious handicap to the Allies,
because material was supposed to have been collected and filed by
various Ministries, but in fact little was available," (Fortnightly
Intelligence Review Nr 68, 14-3-1946; H. Q. Sacsea.)
In Nederlandsch-Indië kwam men bij de mobilisatie van 8 De
cember 1941 tot de ontdekking, dat zelfs de kaarten van Java
zodanig waren verouderd, dat in allerijl gemotoriseerde verken
ningsafdelingen bij de staven werden gevormd om althans het
„verkeer" (wegennet, enz.) te herzien.
In Amerika en Engeland heeft men gedurende de oorlog de
schade ingehaald. Geweldige topografische diensten werden geor
ganiseerd, voorzien van de modernste hulpmiddelen, die een enorm
werk hebben verzet.
Na de oorlog werden deze afdelingen niet zonder meer gede
mobiliseerd. Deels worden zij thans opgelost in vredesorganisaties,
wetenschappelijke instellingen enz. Daarnaast heeft de Engelse
I.S.T.D. (Inter Service Topographical Documentation) haar werk
na de oorlog onverdroten voortgezet en van alle gebieden die
waren veroverd of bezet, het nodige materiaal verzameld om van
deze landen volledige terreinstudies samen te stellen.
Wat Oost-Azië betreft geeft de bovengenoemde publicatie in de
„Fortnightly Intelligence Review" van 14 Maart 1946 een vrij
openhartig en duidelijk overzicht:
„Op het ogenblik is een volledig uitgeruste afdeling in Siam aan
het werk, een andere afdeling staat gereed voor Cambodja. Een
derde afdeling is opgericht om de verder afgelegen delen van Bor
neo, Celebes en de kleine Soenda-eilanden te verkennen. Hoewel
de Australiërs gedurende de bezetting daarvan een behoorlijke
hoeveelheid gegevens hebben verzamëM zijn er onvolkomenheden
in hun kennis, die nog moeten worden aangevuld."
Verder zijn er overtuigende bewijzen, dat ook in Amerika de
geografie als politiek machtsmiddel wordt erkend en beoefend
Gedurende de oorlog en het daarop volgend tijdvak zijn alle van
belang zijnde gebieden van de Indische Archipel uit de lucht ge
fotografeerd; zijn in het buitenland terreinkundige research-centra
ontstaan, waar de tot dusverre bekende geografische (topografi
sche, hydrografische, geologische, bodem- en boskundige) kennis