153
In het ruilverkavelingsblok is dit beslag natuurlijk verdwenen,
daarbuiten bestaat het nog steeds en een hermeting zonder zuivering
van rechten zou daaraan ook niets kunnen veranderen.
Bij het afgraven van veen gaan vele oude grenzen verloren en bij
het in cultuur brengen van de dalgronden brengen de eigenaren in
onderling overleg en naar eigen inzicht vaak weer een indeling tot
stand, die ze beschouwen als identiek met de oude toestand, doch
die daarvan meermalen aanzienlijk afwijkt.
De dienst van het Kadaster wordt daardoor in vele gevallen voor
onoplosbare problemen gesteld. Deze afwijkingen tussen Kadaster en
feitelijke toestand komen in Drente veel voor.
Het zou weinig moeite kosten deze voorbeelden met vele te vermeer
deren. Gelukkig is het niet overal zo erg gesteld en zijn er onge
twijfeld vele gebieden, waar het Kadaster vrij dicht de werkelijkheid
benadert.
Tegenover de waardevermindering van het Kadaster door de bo
vengenoemde oorzaken staat, dat vele onjuistheden door de steeds
doorgaande stroom van ter overschrijving aangeboden akten ver
dwijnen en ook dat verschillende toevallig aan het licht komende
„fouten" door min of meer elegante kunstgrepen hersteld worden.
Behalve dat deze methode niet fraai is, moet ze ook onjuist geacht
worden.
In elk geval blijft er veel tegenspraak tussen de werkelijke rechts
toestand en hetgeen het Kadaster inhoudt bestaan, zodat de land
meter en de hypotheekbewaarder voortdurend tegenover moeilijk of
niet op te lossen puzzles gesteld worden. Het Kadaster kan niet op
alle vragen welke het publiek terecht meent te kunnen stellen, een
afdoend antwoord geven en wanneer dit wel het geval is, is daarvoor
meermalen een onderzoek nodig, dat zich uitstrekt tot aan het tijd
stip van invoering van het Kadaster.
Bij het voortschrijden van de tijd wordt deze weg steeds langer
en er zal dus een ogenblik aanbreken, dat wij niet aan de noodzake
lijkheid kunnen ontkomen om een streep achter het verleden te zetten
en van een nieuwe basis af weder te beginnenniet alleen om ons
de tijd te besparen, die de raadpleging van de geschiedenis telkens
kost, maar vooral ook om alle onzekerheden weg te nemen.
Voor verschillende gebieden moge dit tijdstip nog uitgesteld kunnen
worden, voor andere is zulks niet te verdedigen.
In elk geval zal er een tijdstip komen, dat het Kadaster „met een
schone lei" moet beginnen en het ligt voor de hand, dat in het alge
meen het gunstigste ogenblik zal zijn dan, wanneer een hermeting wordt
ondernomen. Daarna zullen de genoemde factoren, welke de vol
strekte juistheid van de kadastrale gegevens weer gaan aantasten,
weliswaar nog aanwezig zijn, maar in verschillende gevallen kan hun
werking door wettelijke bepalingen en goede voorschriften groten
deels opgeheven worden.
Wij denken hierbij vooral aan de onder 5e, 6e en 8e genoemde.
Bovendien menen wij, dat de zorg van het publiek voor zijn rechten