15
ambtsaanvaarding bij te wonen. De woorden die ik tot U spreek
richt ik daarom tevens en zeker niet in de laatste plaats tot hem,
aan wiens ziekbed mijn gedachten thans vertoeven en wien ik van
harte een spoedig herstel toewensch.
Vele jaren wat Professor T i e n s t r a betreft reeds 21 jaar
heb ik het voorrecht gehad U te kennen en met U beiden van ge
dachten te mogen wisselen over vraagstukken die mij op het gebied
van onze mooie landmeetkunde bezig hielden. Voor de groote be
langstelling die Gij mij daarbij steeds hebt willen verleenen, betuig ik
U mijn hartelijken dank. Deze belangstelling was mij steeds een
voorrecht omdat zij mij Uw groote kennis van de landmeetkunde
en van de gebieden die er ten nauwste mede samenhangen, nog
meer deed beseffen en waardeeren.
Mede door Uw voorstel ben ik thans tot een plaats geroepen
die mij de eervolle taak oplegt met U mede te werken tot de vorming
van hen die in ons vaderland of waar ook ter wereld leiding zullen
moeten geven aan landmeetkundig werk. Voor het vertrouwen dat
Gij hiermede in mij blijkt te stellen, betuig ik U mijn oprechten
dank.
Deze taak is echter tevens een moeilijke. Zij geeft een groote
ombuiging aan mijn leven, dat 22 jaar lang het leven van een in
theoretische problemen oprecht belangstellend prakticus was. Ik
aanvaard haar evenwel omdat zij mij aantrekt, omdat ik mij bij de
uitvoering van die taak door Uw beider sympathie weet omgeven
en omdat ik het volledige vertrouwen heb, dat ik in de vele geval
len dat dit noodig zal zijn, op Uw steun en voorlichting zal mogen
rekenen.
Ik voor mij geef U gaarne de verzekering, dat ik mijn uiterste
best zal doen datgene te geven wat Gij van mij verwacht.
Vader en Moeder,
Dat U op Uw hoogen leeftijd hier aanwezig kunt zijn, maakt mij
dezen dag tot een gelukkigen dag.
Hoogedelgestrenge Stoorvogel,
Uw functie aan het Ministerie van Financiën heeft U herhaalde
lijk met mijn werk in aanraking gebracht. Voor de belangstelling
die Gij daarbij hebt betoond en voor den steun dien ik van U mocht
ontvangen, betuig ik U mijn oprechten dank.
Hoogedelgestrenge Z ij l s t r a. Hamelberg en Sanders,
Met den onvergetelijken K w i s t h o ut zijt Gij in de 21 jaar die
ik in Amsterdam heb mogen werken, mijn divisiechefs geweest. Uw
aanwezigheid hier stelt mij in de gelegenheid in het openbaar te ge
tuigen hoe zeer ik den steun en de belangstelling die Gij mijn werk
steeds hebt willen geven, waardeer.