154
in ons dicht bevolkte land allengs veel groter is geworden en dat
b.v. overdracht zonder een ter overschrijving aangeboden akte niet
veel meer zal voorkomen.
Ook verwachten wij in deze van een hermeting met algehele ver
nieuwing een zeer gunstige invloed.
Wat wij dus voorstaan is een geleidelijke totale vernieuwing van
het Kadaster, een herhalen van wat ten behoeve van de oprichting
geschiedde, maar dan met betere waarborgen voor zijn deugdelijkheid,
voorzover nodig neergelegd in een wettelijke regeling.
Wij propageren hiermede niets nieuws. Sedert I924 is immers inge
volge de Ruilverkavelingswet reeds van enkele tienduizenden hectaren
een zodanige vernieuwing tot stand gekomen. Het is niet in te zien,
waarom voor de vaststelling van de aard en de omvang der zakelijke
rechten bij hermeting niet een zelfde procedure zou kunnen worden
gevolgd.
Een grote uitbreiding van het werk is hiervan niet te verwachten.
De praktijk van de ruilverkaveling heeft bewezen, dat het onderzoek
naar de rechten geen grote moeilijkheden oplevert. Geschillen zijn
er niet veel, wel verschillen met de kadastrale gegevens.
Het moeilijkste vraagstuk is de opsporing van de erfdienstbaar
heden, maar het loont de moeite, dat juist op dit stuk eindelijk een
zo volledig mogelijke omschrijving komt. De zichtbare en voortdurende
erfdienstbaarheden zullen in het algemeen buiten beschouwing moeten
blijven.
Tussen hermeting tengevolge van ruilverkaveling en hermeting met
vernieuwing bestaat geen principieel verschil. Wanneer er verschil
is aan te wijzen, is dit gelegen in het feit, dat bij ruilverkaveling een
nieuwe toestand ontstaat en dat het onderzoek naar de aard en de om
vang der rechten vaak niet behoeft te worden uitgestrekt tot de juiste
ligging der rechtsgrenzen en men naar erfdienstbaarheden voorzover
deze vervallen meestal geen onderzoek behoeft in te stellen. T.a.v. de
omtrek van het ruilverkavelingsblok zijn de betekenis en het werk
uiteraard geheel gelijk en ook is dit het geval waar in de ruilverka
veling bestaande geschillen omtrent rechten nog eerst opgelost moeten
worden.
Bij hermeting moet dit onderzoek volledig zijn, maar aangezien de
eigenaren daarbij toch al behoren te worden opgeroepen om aanwijzing
van de grenzen hunner eigendommen te doen, betekent het weinig
extra werk om dat onderzoek tevens dienstbaar te maken aan het
vaststellen van de subjecten en aan de eigendom beperkende zakelijke
rechten. Het is zelfs onlogisch indien dit niet geschiedt.
Op het ogenblik van de toepassing ener hermeting behoren dus niet
alleen de grenzen van de eigendommen te zijn vastgesteld, maar even
eens de aard van de zakelijke rechten en de personen door wie deze
rechten uitgeoefend worden, zo nodig door uitspraak van de rechter.
Het moet uitgesloten zijn, dat na een hermeting in het hoofd van
de legger ten onrechte daarin voorkomende eigenaren gehandhaafd
worden.
De vrees is wel eens uitgesproken, dat het koppelen van een algehele