158 Artikel 13. 1. Binnen dertig dagen na de laatste dag der in artikel 10 bedoelde terinzagelegging staat voor ieder schriftelijk beroep bij de rechter commissaris open. 2. Van deze bevoegdheid wordt in de in het tweede lid van artikel 10 bedoelde kennisgeving mededeling gedaan onder vermelding van de datum waarop de in het eerste lid genoemde termijn eindigt. Artikel 14. 1. Gedurende de in artikel 10 bedoelde terinzagelegging is de land meter of zijn plaatsvervanger steeds ter plaatse aanwezig om zo nodig van voorlichting te dienen. 2. Indien de landmeter in de lijst nog aanvullingen of wijzigingen waaromtrent tussen de betrokken belanghebbenden overeenstemming bestaat, aanbrengt, maakt hij hiervan melding in het door hem van de terinzagelegging' op te maken en aan de rechter-commissaris toe te zenden proces-verbaal. Artikel 15. 1. Indien binnen de gestelde termijn geen bezwaarschriften zijn ingekomen, staan de in de lijst vermelde rechten vast. 2. Indien bezwaarschriften zijn ingediend, of het proces-verbaal bedoeld in artikel 14 daartoe aanleiding geeft, worden de daarbij betrokken bekende belanghebbenden bij aangetekende brief opgeroe pen om in persoon of bij schriftelijk gemachtigde te verschijnen voor de rechter-commissaris op een door deze te bepalen tijd en plaats. 3. Op het niet ontvangen van de oproeping kan geen beroep worden gedaan. 4. In de oproepingen wordt opmerkzaam gemaakt op het rechts gevolg, door de wet aan het niet verschijnen voor de rechter-commis saris en het vaststellen van de lijst van rechthebbenden verbonden. 3. De oproeping wordt tenminste twee weken te voren verzonden. Artikel 16. 1. De rechter-commissaris, bijgestaan door de griffier der arron dissementsrechtbank, tracht omtrent de tijdig ingediende bezwaren met de belanghebbenden overeenstemming te bereiken. 2. De landmeter of zijn plaatsvervanger is aanwezig. 3. Zij die niet in persoon noch bij schriftelijk gemachtigde ver schijnen, worden geacht hun bezwaren te hebben ingetrokken of hun toestemming te verlenen aan de ten aanzien van hun rechten in de lijst te wijzigen omschrijving. 4. Het vorige lid is niet van toepassing ten aanzien van hen die binnen een week na de dag waarop zij opgeroepen waren, bij aange tekende brief, gericht aan de rechter-commissaris, hun niet verschij nen verklaren met een beroep op overmacht en de gegrondheid van deze bewering binnen een door de rechter-commissaris te bepalen ter mijn aan deze aannemelijk maken.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 164