16
Zeer geachte Ingenieur ten Have,
Uw aanwezigheid geeft mij gelegenheid U te zeggen hoezeer ik,
zoowel ambtelijk als persoonlijk, de jarenlange samenwerking tus-
schen den Gemeentelijken Landmeetkundigen Dienst van Amster
dam en dien van het Kadaster op prijs heb gesteld.
Heeren Ingenieurs-Verificateur, Dames en Heeren Landmeters
van het Kadaster,
Onder Uw leiding heb ik mijn eerste schreden op het pad der
praktische landmeetkunde gezet, in Uw corps heb ik me gevormd
en in Uw midden heb ik 22 gelukkige jaren van mijn leven door
gebracht. In die jaren heb ik ervaren met hoeveel toewijding Gij de
landmeetkunde beoefent en hoezeer U de opleiding van hen, die
straks leiding in het dienstvak zullen moeten geven, ter harte gaat.
Dat ik uit Uw midden ben geroepen om aan die opleiding mede
te werken, legt mij dus een moeilijke taak op. Ik hoop haar op een
wijze te vervullen die ook Uw instemming zal hebben.
Door mijn ambtelijk afscheid van Uw kring zou ik het contact
met de landmeetkunde uit het praktisch leven, die mij altijd zoo
na aan het hart heeft gelegen, kunnen verliezen. In het belang van
hen die hier studeeren en die straks naast U in de praktijk van het
leven zullen staan, verzoek ik U dit contact wel te mogen behouden.
Ik zal U er dankbaar voor zijn zooals ik U dankbaar ben voor de
belangstelling die Gij mij door Uw aanwezigheid hedenmiddag hebt
willen betoonen.
Dames en Heeren werkzaam aan de hermeting van Amsterdam.
Ik stel het op prijs U van deze plaats hartelijk dank te zeggen
voor de medewerking die U mij bij de uitvoering van dit g^oote
werk steeds hebt gegeven. De omstandigheden hebben gewild dat
ik de leiding van deze hermeting, die ik als een levenstaak be
schouwde, aan een ander moet overlaten. Ik acht me gelukkig 15
jaar mijn toewijding aan de hermeting te hebben mogen geven en
ik zal de vorderingen er van met intense belangstelling blijven
volgen.
Heeren Studenten,
De achter ons liggende oorlogsjaren, waarin zoovele studenten
hun zucht naar vrijheid met den dood moesten bekoopen, waarin
andere in concentratiekampen moesten verblijven of zich, door on
derduiken aan de macht van den bezetter moesten onttrekken, zijn
ook voor U moeilijke jaren geweest, jaren waarin uiteraard de stu
die geheel op den achtergrond moest komen.
Deze jaren liggen thans achter ons en wij moeten den blik op
de toekomst gericht houden, hoeveel droevige gedachten ons ook
vaak aan het verleden herinneren.
Het zwaar getroffen Vaderland zal, op welk gebied wij ook wer-