164 rechtsgrenzen en het verstrekken van verder nodige inlichtingen, ter plaatse opgeroepen bekende rechthebbenden, c. het zo nodig verder instellen van nasporingen, d. algehele opmeting van het terrein, e. vervaardiging van nieuwe nauwkeurige kadastrale kaarten, berekening van de oppervlakte der gevormde percelen, g. het opmaken van een zo volledig mogelijke lijst van rechtheb benden, h. toepassing van de hermeting in het Kadaster, zodra de lijst is komen vast te staan. Het verschil met de tot nog toe uitgevoerde hermetingen die eigen lijk niet meer zijn geweest dan technische verbeteringen, is wel dat de werkzaamheden genoemd onder a., b. en c. zich verder moeten uitstrekken. Het resultaat krijgt dan ook veel meer betekenis. De overschrijving van de lijst van rechthebbenden en de toepassing van de hermeting in het Kadaster zullen tegelijkertijd dienen te ge schieden. Overigens zijn er met de niet op wettelijke grondslag uitgevoerde hermetingen geen verschillen aan te wijzen. De delimitatie der rechts grenzen moet in beide gevallen met dezelfde zorg geschieden en ook de voorlichtende taak van de landmeter, die over vele gegevens uit de administratie en uit het archief der veldaantekeningen beschikt, is dezelfde. Omtrent de vaststelling van de lijst van rechthebbenden zij op gemerkt, dat deze door de burgerlijke rechter geschiedt en dat in de grootst mogelijke publiciteit welke aan de uitvoering der hermeting wordt gegeven, voldoende waarborgen zijn gelegen, dat alle recht hebbenden voor hun belangen zullen kunnen opkomen en dat de lijst zo volledig mogelijk zal zijn. Op grond van de bij ruilverkaveling opgedane ervaring is het niet te verwachten, dat de lijst veel geschillen zal inhouden waaromtrent de rechter-commissaris nog overeenstemming zal trachten te bereiken of de rechtbank uitspraak zal moeten doen. Wij volstaan verder met een toelichting bij verschillende artikels. Art. 2. Het lijkt ggwenst om voor de aanvang der werkzaamheden hieraan reeds algemeen bekendheid,, te geven, wat het best kan ge schieden door het besluit en de daarbij behorende kaart door de burgemeester ter inzage te doen leggen na voorafgaande openbare kennisgeving. Art. 3. Gezien het belang van het werk en de gewenste continuïteit in de uitvoering, verdient het de voorkeur een bepaalde landmeter aan te wijzen in plaats van een onpersoonlijke opdracht aan de landmeet kundige dienst van het Kadaster. Art. 5. De bekende eigenaars enz. ontvangen bij een oproep om ter plaatse aanwijzing te doen, een uiteenzetting van het doel en de rechtsgevolgen van de hermeting. Ieder moet dus zodanig ingelicht geacht worden, dat hij ter staving van zijn rechten tijdig de nodige maatregelen kan treffen. De landmeter kan ook belanghebbenden, niet eigenaar enz. zijnde,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 170