165 en zelfs niet-belanghebbenden oproepen, indien hij zulks in bepaalde gevallen wenselijk acht. Het spreekt vanzelf, dat hij omtrent rechten als van hypotheek zich bij de betrokkenen of bij de notarissen op de hoogte stelt. Verder zal hij de eigenaren van aan de hermeting gren zende gronden eveneens moeten oproepen. Art. 6. Zoveel mogelijk zal moeten worden gestreefd naar twee zijdige aanwijzing. Een tweede oproeping bij niet-verschijnen is daar om voorgeschreven. Art. 7. Uit praktische overwegingen verdient het aanbeveling door de landmeter een voorlopige beslissing, welke in de regel wel juist zal zijn, te doen nemen. Dit betekent niet, dat daarmede op de uit spraak van de rechter wordt vooruitgelopen. Art. 8. Het betreft hier geringe wijzigingen welke tijdens de uit voering wenselijk of noodzakelijk blijken te zijn. Art. 10. Door de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden, de nieuwe kadastrale kaarten en de veldaantekeningen en de daartoe gedane openbare en bijzondere kennisgevingen wordt andermaal pu bliciteit gegeven aan de uitvoering der hermeting. Om aan de rechthebbenden voldoende tijd te geven hun belangen te behartigen, zijn de termijnen ruim gesteld. Art. 12. Dat vóór de terinzagelegging een afschrift van de lijst en een kopie van de kaart aan de rechter-commissaris worden gezonden, behoeft geen nadere toelichting. Omtrent de toezending van deze stukken aan de hypotheekbewaar der moge worden opgemerkt, dat deze wenselijk lijkt om degenen die extracten vragen of inzage nemen van kadastrale en hypothecaire be scheiden, zo volledig mogelijk te kunnen inlichten, waardoor het aan bieden van akten, welke later foutief blijken te zijn, voorkomen kan worden. Art. 14. Het is wenselijk, dat door de terinzagelegging een laatste controle op de juistheid der opgemaakte stukken plaats vindt. Daarom is voorgeschreven, dat de landmeter aanwezig moet zijn. Bovendien is zijn deskundige voorlichting nodig, vooral voor het interpreteren van de veldaantekeningen, die door de openbaarmaking de betekenis krijgen dat de grenzen, zoals ze door de meetgetallen zijn vastgelegd, als juist moeten worden aangemerkt. Tengevolge van het overleg gedurende de terinzagelegging kunnen zo nodig nog geschillen opgelost, fouten hersteld of aanvullingen aangebracht worden, wat uit een in alle gevallen door de landmeter op te maken proces-verbaal moet blijken. Art. 1522. Hiervoor kan verwezen worden naar de overeenkom stige artikels van de Ruilverkavelingswet 1938. .Overgenomen is in artikel 20 de bepaling, dat tegen de uitspraak van de rechtbank geen verzet noch enige andere voorziening dan die in cassatie is toegelaten. De procedure zou anders zodanig gerékt kunnen worden, dat het grote tijdsverloop tussen het opmaken van de lijst van rechthebbenden en haar vaststelling en omschrijving bezwaren in de uitvoering oplevert. Bovendien betreffen eventuele geschillen, waarvoor de normale rechtsgang gewenst zou kunnen zijn, juist die zakelijke rechten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 171