173
Artikel 17.
Voorzover de handelingen, bedoeld in het eerste lid van artikel 16
niet betreffen het stellen van grenstekens, wordt de schade, welke uit
deze handelingen mocht voortvloeien, op verzoek van belanghebben
den uit 's Rijks kas betaald. Bij geschil over het bedrag der schade
wordt dit op verzoek van de meest gerede partij en nadat de weder
partij de gelegenheid heeft gehad haar belangen te verdedigen, door
de kantonrechter bepaald bij beschikking zonder hoger beroep.
Artikel 18.
Door Onze Minister worden Commissies van Toezicht op de
Rijksdienst van het Kadaster ingesteld.
De leden dier Commissies worden door hem benoemd en ontslagen.
De werkwijze der Commissies wordt door hem bepaald.
Artikel 19.
De taak van de Commissies van Toezicht bestaat uit:
a. het beschikken op bezwaarschriften betreffende de uitkomsten
van de opmetingen en de wijzigingen bedoeld in artikel 4
,b. het doen van voorstellen aan Onze Minister tot vernieuwing van
het Kadaster;
c. het doen van voorstellen en het uitbrengen van adviezen in zaken
welke tot een meer doelmatige administratie van de Rijksdienst van
het Kadaster kunnen leiden;
d. het nemen van beslissingen op grond van bepalingen van
deze wet.
Artikel 20.
Aan iedere rechthebbende die in de registers van het Kadaster als
zodanig bekend is, wordt, voorzover zijn rechtsobject betreft, bij
aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangbewijs een kennis
geving gezonden, vermeldende het tijdvak waarin en de plaats waar de
uitkomsten van een onderzoek ingevolge artikel 5, zoals die in de
kadastrale stukken zijn opgenomen, voor hem ter inzage liggen.
Gedurende het voormelde tijdvak is een ambtenaar aanwezig om
inlichtingen te verschaffen. Het formulier van de kennisgeving wordt
door Onze Minister vastgesteld.
Artikel 21.
De belanghebbenden kunnen binnen dertig dagen nadat het tijdvak,
bedoeld in artikel 20, is verstreken, hun bezwaarschriften indienen
bij de betrokken Commissie van Toezicht.
Artikel 22.
De Commissie onderzoekt de bezwaren en deelt haar uitspraak aan
de Rijksdienst van het Kadaster en aan de belanghebbenden bij aan
getekend schrijven mede. Binnen dertig dagen na de verzending van
dit schrijven kan beroep tegen deze uitspraak ingesteld worden bij
Onze Minister.
Artikel 23.
Onze Minister geeft nadere voorschriften aan de Rijksdienst van
het Kadaster ter uitvoering van de bepalingen van deze wet.