175 2e. voorwaarden te stellen waaraan de kern van de kadastrale admi nistratie het kadastrale perceel, moet voldoen, 3e. verouderde wettelijke bepalingen met betrekking tot het kadas trale werk te wijzigen. ie. Tot nu toe vormden de over- en ingeschreven akten en de suc cessiememories de voornaamste grondslag voor de kadastrale admini stratie. Als algemene regel geldt dat alleen datgene wordt geadmini streerd wat is gepubliceerd. De successiememories vormen dus reeds een uitzondering op die regel. De erfgenamen treden van rechtswege in de rechten van de over ledene. Evenzo van rechtswege heeft overgang plaats bij boedelmen ging (huwelijk in gemeenschap van goederen) en verjaring. Op grond van openbare feiten staat hier het recht vast. Het is thans niet mogelijk deze overgangen systematisch in de kadastrale administratie te verwerken, omdat zij niet regelmatig aan de administratie bekend worden gemaakt. Ook in de toekomst zal het kadaster dus wel onvolledig blijven. Maar het betekent een be- langrijke stap vooruit indien aan de dienst de opdracht wordt ver strekt die gevallen van overgang van rechten, welke de dienst op enigerlei wijze bekend worden, te administreren na grondig onderzoek, waarbij o.a. rekening gehouden dient te worden met het geheel eigen karakter van bezit en van eigendom in ons recht. Indien dit onderzoek eenvoudig was en indien hiermede geen grote publieke belangen gemoeid waren, zou de Minister ambtelijke voor schriften kunnen geven om het bovenbedoelde doel na te streven. De wet dient deze publieke "belangen te waarborgen. Deze waarborg kan volledig bereikt worden door instelling van Commissies van Toezicht, waarin deskundigen voor de grondeigendom zullen worden benoemd. Hier is gedacht aan één Commissie per kadastrale directie (divisie), met als voorzitter de hoofdambtenaar die belast is met de leiding van die directie. Voorts zouden tot leden kunnen worden benoemd: een notaris, een jurist, een architect en een landbouweconoom. Ook in een ander opzicht bestaat behoefte aan een dergelijke beroeps commissie, waarop hierna wordt teruggekomen. 2e. Zonder de actieve medewerking van de belanghebbenden is het niet mogelijk een Kadaster deugdelijk bij te houden. Voorzover deze medewerking bestaat in het geven van inlichtingen en aanwijzingen is een wettelijke voorziening niet nodig, omdat de enig mogelijke sanctie tegen het niet verstrekken van inlichtingen, zowel krachtens de wet als krachtens ambtelijk voorschrift, is dat geen rekening gehouden wordt met de zienswijze van hem die weigert zijn mening kenbaar te maken. Medewerking van belanghebbenden is ook nodig voor een duurzame afpaling van de kadastrale grens. Ingevolge art. 678 B.W. kan een eigenaar dit van zijn nabuur vorderen. Voor de duurzaamheid van de grens en hierdoor voor de blijvende juistheid van het Ka daster moet aan de dienst het recht worden toegekend de rechtsgrens welke door de partijen ter weerszijden als zodanig is erkend, op doel matige wijze te doen afpalen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 181