181 plan, met als grondslag het veldwerk, leverde volledig bewijs op van de omvang der rechtsobjecten. Voor wat daarna geschiedt blijft echter alles bij het oude. Foutieve kadastrale aanduiding van onroerend goed in akten, foutieve aan duiding van de rechtssubjecten in akten van scheiding en successie memories blijven verkeerde tenaamstellingen in de kadastrale legger veroorzakenverzwegen eigendomsoverdrachten en inbezitneming door derden, tenslotte leidende tot verjaring, geven opnieuw gemis aan overeenstemming tussen feitelijke toestand en kadastrale gegevens. Het is echter van groot belang, dat het door hermeting verkregen Kadaster zo lang mogelijk foutloos wordt gehouden en bovendien dat ook het niet-vernieuwde Kadaster zo goed mogelijk wordt bijgehouden. In dit raport mogen dus enige beschouwingen niet ontbreken over de wenselijkheid van sommige aanvullende wetsbepalingen en admini stratieve voorschriften, welke kunnen leiden tot vergroting van de rechtszekerheid t.a.v. de grondeigendom en een betere bijhouding van de kadastrale administratie. Waar thans een algehele herziening van het Burgerlijk Wetboek door de Leidse Hoogleraar Mr E. M. Meijers in bewerking is, lijkt het ons het juiste moment om van kadastrale zijde aan te dringen op het verwerken in het B.W. van enige nieuwe bepalingen, die de zeker heid van de zakelijke rechten op de grond vergroten. Daarnaast willen wij enige aanvullingen in de Notariswet voor stellen. Bepalen wij ons eerst tot het Burgerlijk Wetboek. a. Ondubbelzinnig zal moeten komen vast te staan wat eigenlijk de openbare registers zijn en door wie ze worden bijgehouden. De artikels 1265 tot en met 1268 zouden moeten worden omgewerkt, doch niet langer onder de 20ste titel, handelende over hypotheek, gerangschikt behoren te worden, doch onder een afzonderlijke titel een plaats moeten vinden. b. Het zou nuttig zijn een voorschrift op te nemen, dat in bepaalde gevallen de bewaarder de in- of overschrijving van een stuk moet weigeren, indien niet voldaan is aan bepaalde vormvoorschriften die in de Notariswet nader omschreven zijn (bijv. het niet-bevatten van de kadastrale kenmerken van onroerend goed). c. De herziening van de wettelijke en administratieve bepalingen betreffende de eigendomsoverdracht van onroerende goederen, de vestiging van hypotheek, de hypothecaire en kadastrale boekhouding is reeds herhaaldelijk een punt van ernstige overweging bij onze Re gering geweest en achtereenvolgens heeft een drietal Staatscommissies voorstellen tot wijziging der genoemde bepalingen gedaan. De voorstellen van de Staatscommissie 1906 en die van de Ministe riële Commissie 1918 liggen ons nog het best in het geheugen. Deze Commissies hebben geen afstand van het zogenaamde nega tieve stelsel gedaan, doch wel getracht met hun voorstellen de ver krijgers te goeder trouw bij transport van onroerend goed te be schermen tegen eventuele nietigheid van titels betreffende overgangen daterend van voor het transport op de vervreemder.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 187