188 staande deskundigen uit deze vereniging, herhaalde malen aange drongen op het verplicht stellen van een ambtelijke controle van de grenzen der cultuurpercelen zodra deze rechtsgrenzen worden. Wij verwijzen hier naar 1. Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, artikel van F. H. van der Linden van Sprankhuizen, jaargang 1914, 1915 en „Grensbepalingen". 2. De Ramp van Heikamp, blz. 74 door I. Boer Hzn. 3. Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, jaargang 1934 blz. 338: „Rechtszekerheid" door Mr J. H. Jonas. 4. Huishoudelijk Orgaan van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde van Mei 1936, nr 82 blz. 4 e.v., waarin is weergegeven een request (met memorie van toelichting), dat aan de Minister van Financiën werd toegezonden op 18 April 1936 door het Bestuur van voornoemde Vereniging. 5. Huishoudelijk Orgaan van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde van Augustus 1936, nr 83 blz. 1, waarin is opgenomen het antwoord van de Minister van Financiën. 6. Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, jaargang 1936» blz. 149 e.v., waarin is opgenomen de inleiding gehouden door J. F. Jongedijk over „Repressief toezicht op cultuurgrenzen" op de Alge mene Vergadering van de Vereniging voor Kadaster en Landmeet kunde in 1936. Het tegen deze methode aangevoerde bezwaar was, dat voor deze meerdere werkzaamheden geen personeel beschikbaar was. Nu is met zekerheid niet te zeggen hoe groot de vermeerdering van de hoeveel heid werk tengevolge van een dergelijke maatregel zou zijn, maar het resultaat van een voorlopig onderzoek duidde op 5^8 Een werk- vermeerdering welke nauwelijks valt buiten de grens van de wisseling van de jaarlijkse hoeveelheid werk. Zij moet hierom voor de tegen woordige personeelsbezetting aanvaardbaar worden geacht. Het evidente belang dat hiermee gemoeid is, is voor de Commissie aanleiding tot een zeer dringend beroep op de medewerking van allen die invloed kunnen uitoefenen op een spoedige regeling van deze be langrijke materie. Een ingrijpende wijziging van voorschriften en instructies is hier voor niet nodigvoldoende is een aanschrijving waarbij wordt bepaald dat de aantekening in het reg. nr 9 ingevolge het bepaalde bij art. 110 I. K. ook moet plaats hebben bij overdracht van gehele cultuurper celen, uitmakende een gedeelte van een eigendomscomplex. Amsterdam, Juni 1947 De Studiecommissie voor reorganisatie van de kadastrale dienst: w.g. A. C. J. Hof, Voorzitter w.g. J. J. Gorter w.g. N. D. Haasbroek w.g. R. ten Oever w.g. W. van Riessen w.g. J. F. Ilsen, Secretaris.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1947 | | pagina 194