205
kan, naar de mening van het Dagelijks Bestuur, tot zeer onredelijke
consequenties leiden. Daarbij denkt het aan het geval, dat het ene
appartement belangrijk kleiner is dan het andere. Het zou de voor
keur geven aan een aansprakelijkheid naar rato van het aandeel,
waarvoor ieder moet bijdragen in de schulden, kosten en lasten, die
de gemene gedeelten betreffen; vgl. art. 638g, ie lid, sub 1. Een
ieder kan zich van de omvang der aansprakelijkheid door inzage van
het reglement op de hoogte stellen.
Aansprakelijkheid voor gelijke delen werkt niet alleen onbillijk
tegenover de eigenaar van een in verhouding tot de overige apparte
menten slechts kleine woning in het flatgebouw, doch ook b.v. tegen
over een huisschilder, die het hele flatgebouw heeft geverfd, en die
dan op de draagkrachtigsten slechts een te klein deel en op de geheel
niet draagkrachtigen een veel te groot deel zou moeten verhalen.
Praktisch misbruik van de door het Dagelijks Bestuur voorgestelde
regeling mag wel uitgesloten worden geacht.
Toevoeging aan de nieuw voorgestelde voorlaatste alinea van art.
1193 van het Burgerlijk Wetboek van de woorden „ingevolge art.
638/; lid 1" komt systematisch voor.
12. Art. 6381. De vraag mag worden gesteld of de administrateur
volgens het ontwerp ook bevoegd zou zijn namens minderjarigen e.d.
te handelen met voorbijgang der wettelijke vertegenwoordigers ook
in die gevallen dat deze niet kunnen handelen zonder inachtneming
van formaliteiten voor rechtshandelingen van minderjarigen e.d. voor
geschreven. Naar de mening van het Dagelijks Bestuur moet dat niet
het geval zijn.
13. T.a.v. art. 638» zou het Dagelijks Bestuur de voorkeur geven
aan de volgende redactie:
„Bij reglement kan aan de administrateur worden opgedragen toe
te zien dat de verplichtingen, welke voor de gerechtigden uit de wet
of het reglement jegens elkander voortvloeien, worden nagekomen
en te dien einde tegen hen in rechten op te treden."
14. In de slotzin van art. 6380 wordt niet voorgeschreven dat bij
beroep alle eigenaren en de administrateur gehoord moeten worden.
Daardoor zou het kunnen voorkomen, dat niet allen in het geding in
hoger beroep betrokken zijn, zodat de uitspraak niet tegenover allen
bindend zou behoeven vast te staan. Aanvulling ware uit dien hoofde
zeer nuttig al ware het alleen ter verduidelijking.