209
wetgeving. Meer nog dan de Pachtwet heeft het Pachtbesluit een
omvangrijk overheidstoezicht en een belangrijke administratie ge
schapen. Indien Uwe Commissie de mogelijkheid zou zien aan behoud
van de waarborgen voor goede pachtverhoudingen, eenvoud te paren
én van de organisatie en administratie van het overheidstoezicht én
van de formaliteiten voor pachters en verpachters, zouden overheid
en maatschappij daarbij baat vinden. Het is denkbaar, dat de doel
einden van de pachtwetgeving ook worden bereikt, wanneer de over
heidsorganen zich met pachtverhoudingen slechts dan bemoeien wan
neer een van de partijen bij de pachtovereenkomst de tussenkomst
van de overheid inroept. Wanneer de rechten van de pachter vol
doende verzekerd worden door dwingende voorschriften, die misbruik
uitsluiten, schijnt er geen bezwaar tegen te bestaan voor het overige de
partijen vrij te laten bij de bepaling van hun wederzijdse rechten en
verplichtingen.
Deze korte vermelding van een tweetal juridische punten uit het
aan Uwe Commissie ter oplossing voorgelegde vraagstuk moge vol
doende zijn om enig licht te werpen op de juridische facetten van het
pachtvraagstuk.
De landbouwkundige aspecten van de aangelegenheid zullen thans
door Z.E. de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening
worden besproken.
Vervolgens sprak de Minister van Landbouw de Commissie toe met
de volgende rede
Mijnheer de Secretaris-Generaal, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw,
Mijne Heren,
Het zij mij vergund nadat zo juist de Heer Secretaris-Generaal
van het Ministerie van Justitie namens mijn ambtgenoot het probleem
vanuit de juridische gezichtshoek heeft belicht het woord tot U te
richten over de landbouwkundige aspecten, die de bijzondere aan
dacht verdienen bij de U opgedragen werkzaamheden.
Vonden aanvankelijk uitsluitend de privaatrechtelijke betrekkingen
tussen verpachter en pachter een regeling in onze wetgeving, van
landbouwzijde is men steeds meer tot de overtuiging gekomen, dat ook
de algemene belangen die met het agrarisch leven in Nederland ge
moeid zijn, direct betrokken zijn bij een regeling der pacht.
In de thans vigerende wetgeving komt dit in bescheiden mate tot
uitdrukking. Immers bij de beoordeling van de pachtovereenkomsten
dienen de Grondkamers ook de algemene belangen van de landbouw
in het oog te houden. De ervaring heeft geleerd, dat deze simpele
formulering in de practijk weinig effect sorteert ten gevolge van de
veelzijdigheid en ingewikkeldheid der problemen waarvoor de Grond
kamers zich gesteld zien, willen zij ordenend optreden ten aanzien
van het bodemgebruik. Ten gevolge van tal van invloeden wij noe
men slechts die van historische, geografische en demografische aard
is het bodemgebruik in verscheidene streken van ons land niet zo
danig dat het landbouwbedrijf kan worden uitgeoefend op een wijze
'4